ROTTERDAM- De nieuwste cijfers over de wachtlijsten binnen de specialistische jeugdhulp in de regio Rijnmond tonen een zorgwekkende trend, meldt wethouder Ronald Buijt (Leefbaar Rotterdam). In het eerste kwartaal van 2024 wachten 640 jeugdigen in Rotterdam op ambulante hulp, met een gemiddelde wachttijd van 18 weken.
De toename van het aantal huisartsverwijzingen naar de specialistische GGZ (SGGZ) heeft geleid tot een stijging van het aantal wachtenden en de wachttijd. Bijna 90% van de jeugdigen die wachten op ambulante hulp zijn aangemeld bij een GGZ-aanbieder, voornamelijk voor intensieve specialistische hulp die schaars is. De druk op SGGZ-aanbieders blijft hierdoor hoog, vooral voor hulp in complexe scheidingssituaties en GGZ-hulp voor kinderen met (complex) autisme.
Sinds eind 2023 is er een lichte daling te zien in het aantal wachtenden, een trend die zich voorzichtig voortzet in 2024. De introductie van Knooppunten Jeugdhulp in januari heeft geleid tot oplopende aanmeldingen en screenings, maar dit heeft nog geen merkbare effect op de afname van de aantallen.
Voor opdrachten B (Opname) en C (Langdurig verblijf) zijn de wachttijden voor de meeste jeugdigen korter, met een gemiddelde wachttijd van 11 weken regionaal en 14 weken in Rotterdam, maar voor kinderen met de meest complexe hulpvraag blijft het lastig passende hulp te vinden.
Het aantal wachtenden op een pleegzorgplek is gering, maar de wachttijd is opgelopen van gemiddeld 10 weken naar 19 weken. In Rotterdam wachten 15 jeugdigen op een pleeggezin, voornamelijk voor deeltijd pleegzorg. In opdracht D (Dagbehandeling) is er een aanzienlijke afname van het aantal wachtenden, maar de gemiddelde wachttijd is gestegen van 13 naar 21 weken regionaal.
Een taskforce dekkend netwerk in Rotterdam richt zich op de wachtlijsten binnen het speciaal onderwijs, wat op termijn moet leiden tot betere uitstroommogelijkheden voor opdracht D en lokaal aanbod. Wethouder Buijt hoopt met deze maatregelen de druk op de jeugdhulp te verlichten en de wachttijden te verkorten.