SCHIEDAM– Nog voordat de Schiedamse politiek zich buigt over het onderzoek naar de hulp aan het zwaar mishandelde 10-jarige pleegmeisje in Vlaardingen, zijn al verschillende vragen ingediend bij het stadsbestuur. De uitkomsten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) roepen zorgen op over de manier waarop jeugdzorginstanties samenwerken en besluiten nemen.
Een belangrijk punt is hoe Schiedam ervoor zorgt dat kinderen in de jeugdzorg de juiste hulp krijgen. Hoeveel pleeggezinnen en gezinshuisouders zijn er in de stad? Hoeveel kinderen verblijven in een residentiële voorziening? En zijn er voldoende steunstructuren en vertrouwenspersonen voor deze kinderen en hun (pleeg)ouders?
Ook professionals, zoals medewerkers uit het onderwijs, de ggz en de politie, spelen een belangrijke rol in het signaleren van problemen. Is er in Schiedam een centrale plek waar zij met hun zorgen terechtkunnen?
Daarnaast leeft de vraag hoe de gemeente omgaat met situaties waarin samenwerkingspartners het niet eens worden, zoals in het Vlaardingse geval. Wat gebeurt er als besluitvorming blijft hangen? Wie neemt dan de uiteindelijke beslissing?
Tot slot willen indieners weten of er in Schiedam situaties zijn geweest waarin meldingen zijn gedaan, maar er bewust voor is gekozen niet in te grijpen. Worden deze gevallen nu opnieuw bekeken?