SCHIEDAM- Volgende week wordt de eerste technische wijziging van de verordening voor het beheer van de woonruimtevoorraad 2024 besproken. Een belangrijk onderdeel van deze wijziging gaat over de lokale voorrangseisen voor betaalbare koopwoningen. Het doel van deze aanpassing is om de regels voor opkoopbescherming flexibeler en toekomstbestendiger te maken, zodat ze automatisch aangepast worden aan landelijke veranderingen zonder dat er steeds een nieuwe wijziging nodig is.
Een van de vragen die tijdens de vergadering aan bod zal komen, is of de Rijksdefinitie van ‘betaalbare koop’ automatisch kan worden opgenomen in de verordening opkoopbescherming. Dit zou betekenen dat de verordening niet telkens hoeft te worden aangepast wanneer de definitie op rijksniveau verandert.
De gemeente heeft aangegeven dat voor de betaalbare koopgrens de per 1 januari 2024 in de Huisvestingswet opgenomen grens voor nieuwbouw koop wordt aangehouden, waarvoor lokale voorrangseisen gesteld kunnen worden. Deze grens is vastgelegd in artikel 7 van de Huisvestingswet en bedraagt € 390.000,-. Bovendien is in artikel 7, lid 4, geregeld dat deze prijsgrens jaarlijks bij ministeriële regeling aan de hand van de consumentenprijsindex wordt geïndexeerd. De minister houdt deze prijsgrens ook aan voor afspraken die met de regio’s zijn gemaakt over woningbouwproductie en programmering.
Sinds 1 november 2022 is in Nieuwland en Oost de opkoopbescherming ingevoerd. Dit heeft daar positieve resultaten opgeleverd, maar in de wijken West, Zuid en Groenoord is hierdoor een waterbedeffect ontstaan. Speculanten kopen in deze wijken woningen op om ze vervolgens te verhuren aan onder andere arbeidsmigranten. Dit leidt tot overbewoning, waardoor bewoners veel overlast ervaren en hun woongenot wordt aangetast. Bovendien wordt het voor woningzoekenden in Schiedam steeds moeilijker om een betaalbare koopwoning te vinden in deze wijken.
