HOEK VAN HOLLAND- De politierechter moet zich buigen over de zaak van de 28-jarige Oualid H. uit Hoek van Holland, die wordt verdacht van het mishandelen van zijn moeder en een andere vrouw, en het stelen van geld van een Vlaardinger. De Algerijnse H. zou op 15 augustus zijn moeder meerdere keren in haar gezicht hebben geslagen en tegen haar lichaam hebben gestompt. Ook zou hij een andere vrouw bij haar haren hebben vastgepakt en hard hebben getrokken, en haar hebben geslagen en gestompt tegen haar hoofd. Daarnaast zou hij op 28 juli in Vlaardingen 98 euro hebben gestolen van een Vlaardinger, met de bedoeling om het geld voor zichzelf te houden.
H. was al eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor twee maanden, met een proeftijd van twee jaar. Omdat hij binnen de proeftijd weer strafbare feiten heeft gepleegd, eist de officier van justitie dat de voorwaardelijke straf alsnog wordt uitgevoerd. Voor de mishandelingen en de diefstal baseert het Openbaar Ministerie (OM) zich op de artikelen 300 lid 1 en 304 lid 1 sub 1 van het Wetboek van Strafrecht, en artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Voor de mishandeling van zijn moeder en de andere vrouw kan H. wordn gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar of een geldboete van de vierde categorie (maximaal 21.750 euro). Artikel 304 lid 1 sub 1 verhoogt de straf met een derde als de mishandeling wordt gepleegd tegen een bloedverwant in de eerste graad, zoals een ouder. Dit betekent dat de verdachte voor de mishandeling van zijn moeder maximaal vier jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vijfde categorie (maximaal 87.000 euro) kan krijgen. Voor de mishandeling van de andere vrouw geldt de verhoging niet, tenzij zij ook een bloedverwant in de eerste graad is.
De strafmaat voor de mishandeling kan ook worden beïnvloed door de aard en de ernst van het letsel, het gebruik van een wapen, de kwetsbaarheid van het slachtoffer, de voorbedachten rade, en de recidive. De richtlijn voor strafvordering mishandeling geeft een indicatie van de strafeisen die het Openbaar Ministerie (OM) hanteert voor verschillende vormen en gradaties van mishandeling. Deze richtlijn is echter niet bindend voor de rechter, die uiteindelijk de straf bepaalt. De rechter kan afwijken van de richtlijn als hij dat nodig acht.
Voor de diefstal van 98 euro riskeert H. een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of een geldboete van de vierde categorie. De strafmaat voor de diefstal kan ook worden beïnvloed door de omstandigheden waaronder de diefstal is gepleegd, zoals het gebruik van geweld of bedreiging, het tijdstip, het aantal daders, en de recidive.
Ten slotte kan de verdachte ook worden geconfronteerd met de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor twee maanden, die hij eerder had gekregen. Dit betekent dat hij zijn rijbewijs moet inleveren voor de duur van twee maanden, omdat hij binnen de proeftijd van twee jaar weer strafbare feiten heeft gepleegd. De officier van justitie kan hiervoor een vordering indienen bij de rechter, die hierover zal beslissen.
Wie had hem ook alweer opgevoed?
Het zal je kind maar zijn.