SCHIEDAM- Een 33-jarige man uit Schiedam, S.F. R., die oorspronkelijk uit Curaçao komt, moet binnenkort voor de rechter verschijnen. Hij wordt ervan verdacht dat hij op 6 mei 2017 in Rotterdam een auto heeft bestuurd terwijl hij dronken was en geen geldig rijbewijs had.
De politie heeft hem aangehouden en een ademtest afgenomen. Daaruit bleek dat het alcoholgehalte in zijn adem 185 microgram per liter uitgeademde lucht was. Dat is meer dan twee keer zo hoog als de wettelijke limiet van 88 microgram voor beginnende bestuurders, zoals R. was. Bovendien had hij geen rijbewijs, wat ook verboden is voor het besturen van een motorrijtuig.
Het Openbaar Ministerie (OM) wil R. vervolgen op grond van artikel 8, lid 3, aanhef en onder a, en artikel 8, lid 4, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994. Deze artikelen stellen dat het verboden is om een motorrijtuig te besturen na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat het alcoholgehalte in de adem hoger is dan 88 microgram, als men een beginnend bestuurder is of geen rijbewijs heeft.
Als R. schuldig wordt bevonden, kan hij een straf krijgen die bestaat uit een geldboete, een rijontzegging of een gevangenisstraf. De hoogte van de straf hangt af van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. Volgens de richtlijnen voor strafvordering die gelden voor dit soort overtredingen, kan het OM bijvoorbeeld een geldboete van 750 euro eisen en een rijontzegging van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De politierechter kan echter ook een andere straf opleggen, afhankelijk van zijn oordeel.