ROTTERDAM– Rotterdam ervaart een terugval in de bouwproductie, waarbij de gewenste woningbouwdoelstellingen onder druk staan. Dat meldt wethouder Chantal Zeegers (D66) aan de gemeenteraad. Deze ontwikkeling komt overeen met de problemen die ook andere grote steden in Nederland ervaren. Slechte marktomstandigheden, zoals stijgende kosten, personeelstekorten, hoge rente en een afnemend vertrouwen van beleggers, zijn de belangrijkste oorzaken van deze achteruitgang.
In Rotterdam zijn de bouwcijfers de afgelopen periode gedaald, wat de stad dwingt om snel in te grijpen. De gemeentelijke doelstellingen, die in de woonvisie zijn vastgelegd, staan op het spel. Het stadsbestuur heeft daarom verschillende maatregelen getroffen om de bouwproductie weer op gang te krijgen.
De gemeente Rotterdam heeft diverse initiatieven gelanceerd om de bouwproductie te stimuleren. In juni 2023 werd een doorbouwakkoord gesloten met marktpartijen en woningcorporaties om de bouw voort te zetten. Daarnaast is er een doorbouwfonds van € 50 miljoen opgericht, dat specifiek gericht is op het ondersteunen van doorbouwprojecten en het realiseren van meer betaalbare woningen.
Om het middensegment te stimuleren, is de Start Bouw Regeling Rotterdam (SBR) in het leven geroepen. Ook heeft de gemeente aanvragen ingediend voor subsidies van de Provincie Zuid-Holland en landelijke middelen, waaronder de Woningbouwimpuls.
Daarnaast zijn er prestatieafspraken gemaakt met woningcorporaties om de samenwerking te verbeteren en de bouwproductie te versnellen. Een versnellingstafel is ingesteld om een continue bouwstroom te waarborgen. Tot slot heeft de gemeente maatregelen aangekondigd in de woonvisie, waaronder de verkenning van een Rotterdamse Bouwwet. Deze gecombineerde inspanningen zijn gericht op het herstellen van de bouwproductie in de stad en het vergroten van de woningvoorraad.
De terugval in de bouwproductie heeft ook geleid tot een versterking van de samenwerking met de andere G4-gemeenten (Amsterdam, Den Haag en Utrecht). De wethouders van deze gemeenten bespreken regelmatig de voortgang van de bouwprojecten en hebben besloten om de samenwerking op ambtelijk niveau verder te optimaliseren. Vanaf het derde kwartaal van 2024 zal er periodiek overleg plaatsvinden tussen de bouwregisseurs van de gemeenten.