SCHIEDAM- De plaatsing van de zogenaamde snelwoningen (flexwoningen) in Schiedam-Woudhoek stuit op een officieel bezwaar van de exploitant van de tennishal op de Zoomweg. Namens hun jurist wordt bezwaar aangetekend tegen het raadsbesluit van 8 oktober, waarin de gemeenteraad instemde met de plaatsing van de 92 Snelwoningen, waarvan 68 woningen op het perceel dat momenteel wordt gehuurd door tennishal. De exploitant vreest dat de geplande woningen ernstige gevolgen zullen hebben voor haar bedrijfsvoering, waaronder geluidsproblemen en parkeerdruk.
De gemeente is voornemens om de tijdelijke woningen te plaatsen op een onbebouwd deel van het perceel, dat huurder in een huurovereenkomst tot 31 maart 2035 heeft gehuurd. De exploitant stelt echter dat het raadsbesluit in strijd is met het bestemmingsplan ‘Park A4’, waarin de bestemming ‘Sport’ is opgenomen, en dat wonen op deze locatie niet is toegestaan. Daarnaast wijst de ondernemer op de te verwachten parkeerproblemen, gezien de te lage parkeercapaciteit en de nabijheid van het sportcentrum.
Ook zijn er ernstige bedenkingen bij het woon- en leefklimaat. De geplande flexwoningen zouden grote geluidsoverlast kunnen ondervinden van de naastgelegen tennisbanen. Geluidsmetingen tonen aan dat het geluidsniveau van tenniswedstrijden de toegestane grenswaarden zou overschrijden, wat kan leiden tot onleefbare omstandigheden voor de toekomstige bewoners.
De huurder maakt zich ook zorgen over de beperking van haar uitbreidingsmogelijkheden, aangezien de komst van de woningen de plannen voor de aanleg van extra tennis- en padelbanen op het achterste gedeelte van het perceel in de weg zou staan. De bezwaren worden gepresenteerd in een formeel bezwaarschrift, waarin de huurder aangeeft dat zonder medewerking van de gemeente de woningbouw op deze locatie niet kan doorgaan.
De gemeente heeft, ondanks de bezwaren, verklaard dat er overleg mogelijk is, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de raad. De huurder hoopt dat haar bezwaren in overweging worden genomen, zodat verdere schade aan de bedrijfsvoering en de ontwikkeling van het sportcentrum kan worden voorkomen.
