ROTTERDAM– De subsidies voor informele leerondersteuning in Rotterdam worden voortgezet tot het schooljaar 2025/2026. Dit besluit van het stadsbestuur komt te midden van zorgen over de dalende leerprestaties, vooral in de grote steden, en de gevolgen van bezuinigingen op het onderwijs. De fractie van D66 in de Rotterdamse gemeenteraad stelde eerder schriftelijke vragen over de bezuinigingen, omdat de partij denkt dat deze het risico vergroten op vermeende kansenongelijkheid voor kinderen, vooral in de probleemwijken.
De gemeente heeft aangegeven dat de huidige subsidieregeling geen bezuiniging is, maar een mogelijkheid biedt voor bestaande en nieuwe initiatieven om tot het einde van het schooljaar 2025/2026 informele leerondersteuning aan te bieden. Hoe de regeling na deze termijn verder zal gaan, is nog niet besloten, maar de gemeentelijke steun tot 2026 biedt scholen en organisaties de ruimte om hun programma’s voort te zetten.
In Rotterdam, waar het lerarentekort invloed heeft op de onderwijskwaliteit, is de vraag naar leerondersteuning hoog. Binnen het Nationaal Programma Rotterdam Zuid wordt gewerkt aan het vergroten van de kansen voor deze leerlingen. Dit gebeurt onder andere via de ‘Dagprogrammering’, waarbij kinderen extra leertijd krijgen. Voor het basisonderwijs gaat het om 10 uur per week, en voor het voortgezet onderwijs om 6 uur. Deze extra uren zijn gericht op zowel de cognitieve ontwikkeling als de sociaal-emotionele groei van de leerlingen. Ook wordt er aandacht besteed aan brede ontwikkeling, met activiteiten op het gebied van sport, cultuur en techniek.
Naast het NPRZ ondersteunen diverse Rotterdamse organisaties kinderen die extra leerhulp nodig hebben. Organisaties zoals Vereniging De Pupillen, Stichting Zuiderlokaal, en Stichting HuiswerkklasOude Westen ontvangen gemeentelijke subsidies om informele leerondersteuning te bieden. Deze organisaties richten zich op het bevorderen van kansengelijkheid en het ondersteunen van kinderen bij hun leerproces.