ROTTERDAM- Rotterdam blijft onderdak verlenen aan zogenoemde derdelanders die met de Oekraïense toestroom naar Nederland zijn meegekomen, maar niet in Oekraïne zijn geboren. Deze derdelanders hebben hun oorsprong in landen als Nigeria, Algerije en Marokko. Rotterdam baseert de huisvesting op de spoedbeslissing van de Raad van State van 2 september, waarin is vastgesteld dat derdelanders recht hebben op opvang tot de Raad van State een definitief oordeel geeft over het verblijfsrecht van derdelanders. VVD-staatssecretaris Eric van den Burg heeft daarom besloten dat de derdelanders hun opvang behouden tot de Raad van State hier een definitief besluit over neemt. Die definitieve beslissing van de Raad van State wordt eind november verwacht (De vervroegde Tweede Kamerverkiezing vindt plaats op 22 november. De partij van de staatssecretaris pleit opnieuw voor een strenger vreemdelingenbeleid).
Als de Raad van State bepaalt dat de derdelanders Nederland toch moeten verlaten, betekent dit niet hun vertrek, stelt het Rotterdamse college (Leefbaar, VVD, D66 en Denk). De derdelanders kunnen ook na de uitspraak blijven wonen waar ze nu al wonen, wanneer ze bij de IND aantonen dat ze onder een uitzonderingsregel vallen. Bijvoorbeeld omdat ze zijn getrouwd met een Oekraïner. De gemeente is al met deze gevallen in gesprek samen met VluchtelingenWerk. Ook kunnen de derdelanders de asielprocedure ingaan. Een derdelander kan dan mogelijk een permanente verblijfsstatus in Nederland krijgen. De huisvesting wordt dan een verantwoordelijkheid van de gemeente.
De IND is samen met onder meer VluchtelingenWerk Nederland proefprocessen begonnen om juridische duidelijkheid te krijgen over het kunnen stopzetten van de tijdelijke bescherming voor derdelanders. Verschillende rechtbanken hebben verschillende uitspraken gedaan. Dat zou het noodzakelijk maken dat de Raad van State, in hoger beroep, een definitieve uitspraak doet.
Foto: cruiseschip in Merwehaven, tijdelijk huisvesting, in afwachting van sociale huurwoning met urgentie
