SCHIEDAM– De voorgestelde omgevingsvisie van Schiedam roept vragen op bij gemeenteraadsleden, vooral met betrekking tot het molenbeleid. Voor behandeling van het raadsvoorstel Ontwerp Schiedamse Omgevingsvisie, later deze maand, hebben volksvertegenwoordigers om meer duidelijkheid gevraagd over de verschillen tussen het nieuwe beleid en het bestaande Molenbeleid Schiedam 2003.
Een van de belangrijkste vragen betreft de exacte veranderingen die de omgevingsvisie introduceert. Raadsleden willen weten hoeveel hoger er gebouwd mag worden in de buurt van de historische molens en op welke afstanden deze veranderingen van toepassing zijn. Het huidige molenbeleid uit 2003 legt strikte beperkingen op aan de bouwhoogte in de omgeving van de molens, om te voorkomen dat het functioneren en de zichtbaarheid van deze iconische bouwwerken wordt aangetast. Het nieuwe beleid lijkt deze beperkingen deels te versoepelen, maar de exacte details zijn vooralsnog onduidelijk.
Daarnaast is gevraagd welke nieuwe mogelijkheden het voorgestelde kader biedt voor ruimtelijke ontwikkelingen in de stad. Raadsleden willen bijvoorbeeld inzicht in hoe het nieuwe beleid tegemoetkomt aan de groeiende behoefte aan woningbouw en andere stedelijke functies, terwijl de historische waarde van de molens wordt beschermd.
Ook is interesse in hoe het Schiedamse beleid zich verhoudt tot dat van andere gemeentes. De vraag is gesteld of er in Nederland gemeenten zijn die afwijken van de provinciale normen voor molenbescherming en hoe zij dit aanpakken. Een vergelijking met andere steden kan waardevolle inzichten bieden in de mate van flexibiliteit die mogelijk is zonder dat dit ten koste gaat van de historische molens.
Het molenbeleid is al decennialang een belangrijk onderwerp in Schiedam, een stad die bekendstaat om haar monumentale molens, waaronder de hoogste traditionele windmolens ter wereld. Met het oog op de verdere ontwikkeling van de stad zal het antwoord van het stadsbestuur richtinggevend zijn, maar ook duidelijk maken hoe Schiedam haar unieke identiteit blijft koesteren.