SCHIEDAM– Het Schiedamse beleid rondom molens en hun omgeving wordt aangepast, waardoor beperkte afwijkingen van de bestaande regels mogelijk worden. Dit betekent dat onder strikte voorwaarden de hoogtebeperkingen rondom molens kunnen worden versoepeld. Voorwaarde is dat de windvang van de molen met maximaal 5% wordt beperkt en het zicht op de molen vanaf straatniveau behouden blijft.
Met deze beleidswijziging kiest het stadsbestuur van Schiedam, naar eigen zeggen, voor een balans tussen de bescherming van het molenerfgoed en de mogelijkheid om binnenstedelijke ontwikkelingen door te voeren. De nieuwe richtlijn sluit aan bij vergelijkbare ruimte die eerder door de Provincie is geboden in steden zoals Leiden, waar molens ook in een dichtbebouwde omgeving staan.
De gemeentelijke en provinciale molenbiotoop, die gericht is op het beschermen van de zichtlijnen en de vrije windvang van molens, blijft het uitgangspunt, maar de nieuwe beleidslijn maakt het nu mogelijk om af te wijken van de regels, mits dit zorgvuldig gebeurt en de historische waarde van de molens niet in gevaar komt.
Een belangrijke verandering is de aangepaste berekening voor toegestane bouwhoogtes in de buurt van molens. Waar eerder per 50 meter afstand van de molen 1 meter extra bouwhoogte werd toegestaan, wordt dit nu gewijzigd naar 1 meter extra per 30 meter afstand. Dit betekent concreet dat op 400 meter van een molen een gebouw 4 meter hoger mag zijn dan volgens de oude regels.
Het nieuwe beleid zou ruimte bieden voor stedelijke ontwikkeling zonder de historische functie van de molens uit het oog te verliezen. Door de vrije windvang en zichtlijnen vooraf te toetsen, blijven de molens hun functie behouden en zichtbaar in het stadsbeeld, meent men op het stadskantoor.