ROTTERDAM- In Rotterdam worden stappen gezet om de doorlooptijd van Wmo-aanvragen te verbeteren, stelt wethouder Ronald Buijt (Leefbaar). De stad heeft daarvoor een hele reeks maatregelen ingevoerd. Zo is het Collectief Aanvullend Vervoer voor 75-plussers nu overdag beschikbaar als algemene voorziening, wat alleen al in januari tot een afname van ongeveer 300 meldingen leidde. Dit zou jaarlijks kunnen resulteren in een vermindering van duizenden meldingen.
De introductie van een eigen planningstool heeft de efficiëntie verhoogd, met minder afspraken die niet worden nagekomen en meer tijdswinst voor de Wmo-consulenten. Daarnaast heeft een slimme zet in januari, waarbij 900 herindicaties automatisch werden verlengd, de werkdruk verminderd voor een specifieke groep cliënten. De inzet van externe inhuur om duizenden enkelvoudige meldingen te verwerken, past binnen de begroting en helpt de voorraad aan openstaande aanvragen te verlagen.
Vooruitkijkend naar 2024, zijn er plannen om het proces verder te stroomlijnen. De verplichting van een ‘natte handtekening’ wordt versoepeld, wat het proces voor indicatiestellers efficiënter maakt. De uitbreiding van Thuisplusflats en een proef om samen met zorgprofessionals te indiceren, zullen de administratieve lasten verminderen. Ook wordt het ondersteuningsverslag vereenvoudigd en worden oneindige indicaties, waar passend, ingevoerd met geregeld evaluatiemomenten.
Bovendien zijn meer dan veertienduizend medewerkers getraind om Wmo-vragen direct te beantwoorden, wat de communicatie met Rotterdammers zal verbeteren en het aantal statusvragen zal verminderen.
De afdeling Wmo van de directie Maatschappelijke Ontwikkeling in de Wijk (MOW) in Rotterdam heeft een gestage groei in Wmo-meldingen ervaren, met een piek van 41.011 meldingen vorig jaar. Vanaf juli 2023 is de gemiddelde doorlooptijd voor Wmo-aanvragen gestegen, met een piek van 96 dagen in september. Sindsdien is er een langzame daling waargenomen, met een gemiddelde doorlooptijd van 85 dagen in februari 2024. De afdeling Wmo geeft aan dat ongeveer 90% van de indicaties voor Wmo-arrangementen door hen wordt afgegeven, terwijl de resterende 10% wordt behandeld door de afdeling Participatie en Stedelijke Zorg, die een complexere doelgroep bedient.
De aanhoudende hoge instroom van meldingen wordt als een belangrijke oorzaak gezien voor de langzame vooruitgang. De aantallen van de afgelopen jaren laten een duidelijke groei zien:
2019: 33.643 meldingen
2020: 33.049 meldingen
2021: 33.466 meldingen
2022: 36.974 meldingen
2023: 41.011 meldingen
Deze toename wordt toegeschreven aan factoren zoals vergrijzing en het abonnementstarief voor eigen bijdragen Wmo, wat leidt tot meer aanvragen voor huishoudelijke hulp en woningaanpassingen. Een tijdelijke dip in 2020 wordt toegeschreven aan de impact van de lockdowns.
Tuurlijk en wethouder die zijn eigen beleid prijst. Misschien eens navraag doen bij de cliënten…