HOEK VAN HOLLAND- Op het Recreatieoord Hoek van Holland is het dit hele paasweekend feest in verband met het 100-jarig bestaan. Het jubileumjaar is gestart met muziek, het traditionele paasontbijt (en paaseieren zoeken voor de kinderen) en het hijsen van de vlaggen.
Afgelopen december werd duidelijk dat er zich géén nieuwe gegadigden hebben gemeld voor de gronden onder de huisjes van het oord. Dit heeft de weg vrijgemaakt voor het definitief afstoten van het recreatieoord door de gemeente Rotterdam.
Vorige winter had de Rotterdamse gemeenteraad al unaniem besloten over de toekomst van het park, door de langdurige verblijfsgarantie van recreanten op het oord te garanderen met de uitgifte in erfpacht van de gronden onder de huisjes en caravans aan de opgerichte Coöperatieve Vereniging ONS.
Op 26 november 2021 bepaalde de Hoge Raad dat overheden de verkoop van vastgoed en bouwgrond niet langer een-op-een met een marktpartij mogen afwikkelingen. Andere (potentiële) gegadigden moeten de gelegenheid worden geboden te kunnen meedingen. Deze verplichting volgt vanuit het gelijkheidsbeginsel. De Hoge Raad stelt dat overheden een toetsbare en onafhankelijke selectieprocedure moeten volgen. Alleen indien er maar één serieuze kandidaat is, mag onderhands worden verkocht. Dit moet worden gemotiveerd en publiekelijk bekend worden gemaakt.
In 1921 heeft de gemeente Rotterdam in Hoek van Holland de strandexploitatie van een particulier overgenomen en het vrij kamperen verboden. In ruil daarvoor heeft het medio 1923 een eenvoudig gemeentelijk kampeerterrein opengesteld. Mede door de goede treinverbinding met Rotterdam is het spoedig daarna volgestroomd. Op het kampeerterrein zorgde de gemeente voor een waterkraan, toiletten en een politiepost, zodat orde en regelmaat konden worden gehandhaafd. Niet lang daarna werden de tenten vervangen door houten huisjes door de ‘bewoners’ van het kampeerterrein om langere tijd aan zee door te brengen. Een houten kampeerstad met familiesfeer is vervolgens ontstaan dat op de dag van vandaag nog steeds bestaat. In 2021 heeft het de oorkonde ‘Echt Rotterdams Erfgoed’ ontvangen en is het een onderdeel van het Canon van Nederland.