SCHIEDAM– De rechtbank Rotterdam heeft woonwagenkampbewoner Jacobus L. (43) uit Rotterdam-Beverwaard veroordeeld tot een betalingsverplichting van 530.024,84 euro. Dit bedrag betreft onrechtmatig verkregen inkomsten uit hennepteelt, onder meer in een pand in de Ringerstraat te Schiedam (bedrijventerrein ‘s-Gravelandsepolder). Met deze uitspraak laat de rechtbank zien dat inkomsten uit illegale praktijken niet behouden mogen blijven.
In het pand in de Ringerstraat is in 2012 een omvangrijke hennepkwekerij ontdekt. Justitie berekende dat L. en zijn medeveroordeelden door de teelt en verkoop van hennepplanten aanzienlijke bedragen verdienden. De rechtbank schatte het wederrechtelijk verkregen voordeel uit deze kwekerij op 157.654,25 euro. Naast de Ringerstraat was L. volgens het gerechtshof Den Haag ook betrokken bij hennepkwekerijen in Stellendam, Rijen en Soesterberg. De totale opbrengst uit deze kwekerijen werd geschat op 555.024,84 euro.
De zaak kende een langdurig juridisch traject. De eerste ontnemingsvordering werd ingediend in 2017, maar de procedure werd meermaals opgeschort vanwege lopende hoger beroepszaken. De inhoudelijke behandeling vond pas plaats op 7 mei 2024. De rechtbank stelde vast dat L. door zijn substantiële betrokkenheid bij de kwekerijen aanzienlijke bedragen had verdiend en veroordeelde hem tot betaling van 530.024,84 euro, een bedrag dat 25.000 euro lager uitviel vanwege de overschrijding van de redelijke termijn.
Indien L. niet aan zijn betalingsverplichting voldoet, kan hij een gijzeling van maximaal 722 dagen opgelegd krijgen. Dit houdt in dat hij voor die periode in hechtenis genomen kan worden als dwangmiddel om betaling af te dwingen. Dit volgt uit artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering, waarbij de duur van de gijzeling wordt bepaald aan de hand van de hoogte van het ontnemingsbedrag.
De berekeningen van justitie is gebaseerd op opbrengsten van hennepoogsten en verklaringen van medeveroordeelden, die grotendeels zijn gevolgd. De rechter verwierp het verweer van de verdediging dat L. geen financieel voordeel zou hebben gehad.