ROTTERDAM– Door de rechtbank Rotterdam is vandaag uitspraak gedaan in de zaak ‘Eclips’, waarin zeven verdachten terechtstonden die worden verweten (opgeteld) ruim 60 auto’s te hebben gestolen, of witgewassen door ze te voorzien van valse kentekenplaten. De zaak, die betrekking heeft op meerdere gestolen auto’s die van hun oorsprong in Nederland naar het buitenland werden verhandeld, heeft geleid tot de bewezenverklaring van de diefstal van vijf auto’s en het witwassen van vijftien gestolen exemplaren.
De verdediging heeft aangevoerd dat er sprake is van overschrijding van de redelijke termijn in deze rechtszaak, wat mogelijk tot vrijspraak zou kunnen leiden. De rechtbank oordeelde echter dat de vertragingen in de zaak niet onterecht waren en hield vast aan de veroordeling van de verdachten, ondanks de langdurige duur van de procedure.
De veroordeelden stonden terecht voor het stelen van verschillende auto’s uit de provincie Zuid-Holland, het witwassen van de gestolen auto’s, en het deelnemen aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft de verdachten vrijgesproken van twee autodiefstallen, omdat het bewijs niet voldoende was om hun directe betrokkenheid bij de diefstallen te bewijzen. De veroordeelden zijn echter wel schuldig bevonden aan het stelen en witwassen van meerdere voertuigen, waaronder verschillende modellen van Mazda en Peugeot.
Het bewijs voor de betrokkenheid van een van de verdachte was onder meer gebaseerd op chatgesprekken tussen de verdachte en medeverdachten, waarbij zij het stelen en verhandelen van auto’s bespraken. Ook werd het verdachte gedrag in combinatie met verkeers- en zendmastgegevens van zijn telefoons als bewijs gebruikt. De verdachte had volgens de rechtbank zowel ‘wetenschap van de criminele herkomst’ van de voertuigen als de feitelijke beschikking over de gestolen auto’s.
In het bijzonder werden gesprekken tussen de verdachte en medeverdachten over de diefstal van auto’s in de regio Zuid-Holland belangrijk voor de veroordeling. Dit werd verder ondersteund door de onderzoeksbevindingen die aangaven dat de verdachte kort na de diefstallen in kwestie betrokken was bij het vervoer van de gestolen voertuigen naar andere landen, zoals Duitsland.