SCHIEDAM- Voor het opnieuw uitbesteden van het beheer van de sportaccommodaties in Schiedam zal het stadsbestuur straks kiezen voor de optie waarbij men op het stadskantoor kwalitatief het beste aanbod voor de stad verwacht, met de minste verstoring voor gebruikers. Dat laten burgemeester en wethouders weten in de beantwoording van de schriftelijke vragen van Alles voor Schiedam.
Het stadsbestuur wil nu meer tijd nemen om samen met de gebruikers de beste manier te vinden om de sportparken te beheren en te exploiteren. De gemeente zal daarna alsnog een keuze maken voor het opnieuw uitbesteden van het beheer. Er zijn verschillende manieren om het beheer van sportaccommodaties te regelen bij Nederlandse gemeenten. Dit kan via een openbare aanbesteding, door de gemeente zelf deze taken uit te voeren of door quasi-inbesteding (wanneer een aanbestedende dienst een opdracht verleent aan een gelieerde instelling zonder aanbestedingsprocedure, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan).
Per 1 januari 2024 lopen de overeenkomsten voor alle accommodaties in Schiedam af. Daarom kan nu breed worden afgewogen hoe de gemeente de doelstellingen uit de Kadernota Sport- en Beweegaccommodaties kan realiseren. Deze nota is in 2021 vastgesteld door de gemeenteraad. De huidige exploitanten hebben afspraken gemaakt met hun leveranciers die passen bij de einddatum van hun overeenkomst. Zij moeten deze contracten tijdig opzeggen. In sommige gevallen kunnen zij in overleg met de gemeente en hun leveranciers kijken naar de mogelijkheden van een contractovername.
De kadernota noemt financiële beheersbaarheid als uitgangspunt. Er is geen doel om te bezuinigen op het beheer en de exploitatie van de gemeentelijke sportaccommodaties. Een goede exploitatie zorgt wel voor meer inkomsten, maar het huidige niveau van dienstverlening blijft het uitgangspunt.
De gemeente Schiedam heeft onlangs een aanbesteding voor het beheer van de sportparken/sportaccommodaties in de stad afgeblazen. Dit gebeurde na overleg met de gebruikers van de sportfaciliteiten, die zowel commerciële als niet-commerciële opties hadden bekeken.
