VLAARDINGEN- De pleegzorginstellingen Enver en de William Schrikker Stichting (WSS) hebben ernstig gefaald in de hulp aan een 10-jarig pleegmeisje in Vlaardingen. Dit blijkt uit het onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV), dat vandaag is gepubliceerd. Het meisje werd in mei 2024 met zware verwondingen opgenomen in het ziekenhuis. Haar pleegouders worden verdacht van poging tot doodslag en zware mishandeling.
Uit het onderzoek blijkt dat het meisje structureel aan haar lot werd overgelaten. Signalen van mishandeling werden niet serieus genomen en hulpverleners hadden geen goed zicht op haar situatie. De inspecties concluderen dat de instellingen tekortschoten in hun verantwoordelijkheid en onvoldoende maatregelen namen om voor haar veiligheid te zorgen. Hierdoor kon de onveilige situatie ontstaan en verergeren.
Het meisje werd in maart 2022 in het pleeggezin geplaatst. Vanaf dat moment kreeg zij geen passende begeleiding. De samenwerking tussen Enver, WSS en de pleegouders verliep moeizaam. Belangrijke informatie over de gezinssituatie en signalen van mishandeling werden niet gedeeld tussen betrokken instanties. Ondanks meldingen over mogelijke onveiligheid werd nauwelijks ingegrepen. De situatie escaleerde verder toen het meisje in december 2023 volledig uit beeld verdween: ze ging niet meer naar school, had geen dagbesteding en zag geen hulpverleners meer.
Angela van der Putten, hoofdinspecteur Jeugd en Maatschappelijke Zorg bij de IGJ, noemt de bevindingen schrijnend: ‘De hulpverlening heeft dit meisje langdurig in de steek gelaten. Onze gedachten gaan uit naar haar, haar familie en de andere kinderen die in dit pleeggezin verbleven.’ De inspecties wijzen op bredere tekortkomingen in de jeugdzorg en pleegzorg en roepen op tot betere bescherming van kwetsbare kinderen.
De inspecties hebben inmiddels geïntensiveerd toezicht ingesteld op Enver en WSS. Dit betekent dat de organisaties onder strengere controle staan en verbetermaatregelen moeten doorvoeren. Bestuursgesprekken en inspectiebezoeken moeten duidelijk maken of de problemen breder spelen binnen de organisaties. Ook wordt onderzocht of individuele medewerkers nalatig hebben gehandeld.
Naast deze maatregelen worden bredere verbeterpunten benoemd, zoals een verplichte vertrouwenspersoon voor elk pleegkind en strengere eisen voor pleegouders. Verder moeten alle organisaties in de jeugdzorg en pleegzorg scherpere protocollen hanteren bij signalen van mishandeling.
De inspecties blijven de situatie nauwlettend volgen. Mochten de verbeteringen uitblijven, dan kunnen verdere maatregelen worden genomen. Het onderzoek naar de verantwoordelijkheid van individuele medewerkers loopt nog en de inspecties roepen alle betrokken partijen op om lering te trekken uit deze zaak.
Foto (archief): Bijeenkomst naar aanleiding van berichten over pleegmeisje
