ROTTERDAM– Er is onrust ontstaan op de Montessori-basisschool De Clipper aan de Laan op Zuid in Rotterdam, wat geleid heeft tot bezorgde brieven van ouders, de Medezeggenschapsraad (MR) en de voormalig interim-directeur aan de gemeente Rotterdam. In een brief aan de gemeenteraad en andere betrokkenen laat wethouder Said Kasmi (D66) weten dat de gemeente de situatie nauwlettend volgt, maar ook dat de verantwoordelijkheid voor de school ligt bij de stichting BOOR.
De onrust op De Clipper begon begin oktober, toen signalen werden ontvangen over een conflict tussen de voormalig interim-directeur en de schoolbestuurder, BOOR. Er ontstonden zorgen over het beëindigen van de opdracht van de interim-directeur, wat leidde tot brieven van de betrokkenen aan de wethouder en burgemeester. Ouders en de MR uitten hun bezorgdheid over de gevolgen van deze situatie op de school.
Kasmi heeft inmiddels een gesprek gevoerd met de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van BOOR. In dit gesprek is duidelijk dat BOOR transparant is over de situatie en werkt aan een oplossing. De wethouder heeft de betrokkenen laten weten dat hij hun zorgen begrijpt, maar dat het geschil tussen de voormalig interim-directeur en BOOR een interne kwestie is, waarvoor BOOR als schoolbestuur verantwoordelijk is.
Ondanks de duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden, blijven de zorgen bij ouders en de voormalig interim-directeur bestaan. De voormalig interim-directeur heeft aangegeven externe instanties zoals de Inspectie van Onderwijs en vertrouwenspersonen te hebben ingeschakeld en heeft ook de media benaderd om de kwestie onder de aandacht te brengen. Kasmi geeft aan dat de situatie door de gemeente en BOOR nauwlettend wordt gevolgd, maar dat de aansturing en oplossing primair de verantwoordelijkheid van BOOR zijn.