ROTTERDAM– De lancering van de nieuwe buslijn 44, die zes keer per uur door de Maastunnel rijdt, heeft gemengde reacties opgeroepen. De gemeente en betrokken vervoersinstanties prijzen de lijn als een versterking van het openbaar vervoer, maar kritische geluiden klinken over de haalbaarheid en noodzaak van deze verbinding.
Wethouder Vincent Karremans (VVD), samen met RET-directeur Linda Boot en MRDH-bestuurder Armand van der Laar, markeerde de start van de dienstregeling. De buslijn, die deel uitmaakt van een groter plan om alle delen van Rotterdam te verbinden, belooft snelle reistijden: 7 minuten van Rotterdam Centraal naar EMC en ongeveer 23 minuten naar Zuidplein.
De gemeente heeft de afgelopen twee maanden aanzienlijke aanpassingen gedaan aan de infrastructuur, waaronder het verplaatsen van bushaltes en het vervangen van verkeerslichten. Deze aanpassingen waren nodig om de frequentie van twaalf bussen per uur per richting mogelijk te maken, een toename die eerder niet toegestaan was vanwege tunnelveiligheid. De aanpassingen hebben twee weekenden (samen met de sluiting van de Beneluxtunnel) gezorgd voor een verkeersinfarct zoals Rotterdam nooit eerder heeft ondergaan.
De Wijkraad in Rotterdam-West heeft zich uitgesproken tegen de hoge frequentie van de busverbinding, wijzend op de impact op de ventwegen en de leefbaarheid in de wijk. De vraag rijst of de investering van meer dan 5 miljoen euro door het Rijk, MRDH en de gemeente, en de ingrijpende aanpassingen aan de infrastructuur, gerechtvaardigd zijn voor deze nieuwe buslijn.
Vanuit buurgemeenten is ook kritiek. De nieuwe lijn zou een overbodige doublure zijn met de metro. Terwijl in kleinere gemeenten het ov dankzij de MRDH steeds meer verschraalt.
Met de ambitie om een hoogwaardig ov-traject te creëren, zet Rotterdam een gedurfde stap. Maar blijft de vraag: is buslijn 44 een welkome toevoeging of een teken van overambitie die ten koste gaat van de buurten en veiligheid? De tijd zal leren of de voordelen opwegen tegen de bezwaren.