SCHIEDAM- Het molenaarsambacht wordt genomineerd als immaterieel erfgoed. Minister Jet Bussemaker (PvdA) heeft besloten deze traditie voor te dragen bij UNESCO. Schiedam heeft een beroepsmolenaar en vele vrijwiligers.
Minister Bussemaker neemt hiermee het advies voor de Raad voor Cultuur over. Het is voor het eerst dat Nederland een traditie voordraagt voor de Representatieve Lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid bij UNESCO. Het is nu aan Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, Vereniging De Hollandsche Molen, Het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en het Gild Fryske Mounders om een nominatiedossier samen te stellen. Het dossier wordt in het voorjaar van 2016 ingediend bij UNESCO.
Sinds de negentiende eeuw zijn veel molens tot stilstand gekomen. Met het stilzetten van de molens ging ook de kennis van het werken met molens verloren. Het ambacht van de molenaar dreigde uit te sterven. Tegenwoordig laten vijftig beroepsmolenaars en vrijwillige molenaars de wind- en watermolens in Nederland weer draaien. Er is een opleiding voor vrijwillig molenaar opgezet. Ook zetten de vrijwilligers zich in om kennis over het ambacht van molenaar te delen met het grote publiek, zoals door de organisatie van de Nationale Molendag en met de molenapp.
Om voorgedragen te worden bij het UNESCO-verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed, moet een traditie eerst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed zijn geplaatst. De coördinatie van de inventaris is in handen van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed, zie www.immaterieelerfgoed.nl.