SCHIEDAM– Meerdere verkeersscenario’s voor het zuidelijke stadsdeel zijn doorgerekend door de gemeente Schiedam, met als doel de verkeersveiligheid te verhogen en de doorstroming te verbeteren. Uit de resultaten blijkt dat aanpassingen in snelheidslimieten en wegindelingen een aanzienlijke invloed hebben op de verkeersstromen.
Het onderzoek is gebaseerd op het verkeersmodel voor 2040, dat in september 2020 werd vastgesteld. Dit model houdt rekening met de verwachte groei van het verkeer en wijzigingen in de infrastructuur. In de analyse zijn meerdere scenario’s doorgerekend, waarbij onder andere de maximumsnelheid op bepaalde wegen is aangepast en enkele kruispunten opnieuw zijn ingericht.
Een belangrijke wijziging in de scenario’s is het verlagen van de snelheid op invalswegen naar 30 km/u. Dit zou moeten bijdragen aan een veiligere en rustigere binnenstad. Daarnaast zijn kruispunten aangepast naar voorrangskruispunten en zijn er extra fietspaden gepland.
Een van de onderzochte scenario’s houdt in dat de snelheid op de invalswegen wordt verlaagd naar 30 kilometer per uur, terwijl de ringweg op 50 kilometer per uur blijft. Dit blijkt een positief effect te hebben op de verkeersdrukte in het centrum, omdat automobilisten hierdoor minder snel geneigd zijn om door de binnenstad te rijden. De afname op de invalswegen bedraagt ongeveer 10 tot 20 procent, maar tegelijkertijd neemt de drukte op de ringwegen toe, met name op de Vlaardingerdijk. In de ochtendspits daalt het aantal voertuigverliesuren van 1060 naar 940, terwijl de avondspits iets minder afneemt, van 1620 naar 1580.
Een andere variant binnen de studie onderzoekt de mogelijkheid om de binnenstad nog verder af te schermen, door naast de snelheidsverlaging extra verkeersmaatregelen te nemen die doorgaand verkeer verder ontmoedigen. Dit leidt tot een verdere daling van de verkeersintensiteit in het centrum, maar zorgt er tegelijkertijd voor dat andere wegen meer belast worden. Vooral de Tjalklaan en de zuidelijke ringweg krijgen meer verkeer te verwerken. Hoewel de ochtendspits niet sterk verandert, met een lichte daling naar 1040 voertuigverliesuren, stijgt dit aantal in de avondspits juist naar 1800.
Een ingrijpender voorstel is het afsluiten van de Koemarkt voor doorgaand verkeer. Dit zorgt ervoor dat een belangrijk deel van het verkeer dat normaal door het centrum rijdt, een andere route moet kiezen. Hierdoor neemt de verkeersdrukte op invalswegen aanzienlijk af en blijft het centrum rustiger. Op sommige plekken, zoals de Oranjestraat en de ‘s-Gravelandseweg, leidt dit tot een sterke afname van het aantal voertuigen. Tegelijkertijd ontstaat er meer drukte op de ringwegen en op andere belangrijke routes, zoals de Tjalklaan en de Burgemeester Van Haarenlaan. In de ochtendspits daalt het aantal voertuigverliesuren hierdoor naar 860, maar in de avondspits neemt dit juist toe naar 1930, wat duidt op een verschuiving van de verkeersdrukte naar andere momenten van de dag.
Naast het afsluiten van de Koemarkt is ook onderzocht wat er gebeurt als de Parkweg wordt afgesloten. Dit blijkt vergelijkbare effecten te hebben: de verkeersdrukte in het centrum neemt af, maar de gevolgen zijn duidelijk zichtbaar op kruispunten die richting de A4 leiden. De vertragingen op de Burgemeester Knappertlaan en de Vlaardingerdijk nemen toe, vooral doordat er te weinig opstelruimte is voor afslaand verkeer. Hierdoor daalt het aantal voertuigverliesuren in de ochtendspits naar 870, terwijl de avondspits toeneemt tot 1700.
Een combinatie van beide maatregelen – het afsluiten van zowel de Parkweg als de Koemarkt – is eveneens doorgerekend. Dit scenario leidt tot een aanzienlijke vermindering van verkeer in het centrum, maar heeft als gevolg dat omliggende wegen sterk worden belast. Vooral de rotonde op de Westfrankelandsedijk en de Admiraal de Ruyterstraat blijken in dit geval knelpunten te vormen. In de ochtendspits daalt het aantal voertuigverliesuren naar 940, maar in de avondspits stijgt dit juist fors naar 2060, wat wijst op een aanzienlijke belasting van de omliggende wegen.
