ROTTERDAM– De Ombudsman Rotterdam-Rijnmond, Marianne van den Anker, concludeert dat niet alle meldingen over mogelijke fraude en integriteitskwesties binnen het cluster Stadsontwikkeling (SO) van de gemeente Rotterdam grondig zijn onderzocht. Van den Anker uit ze haar zorgen over de aanpak van de gemeente en de beperkte reikwijdte van het externe onderzoek.
Volgens Van den Anker kwamen bij haar meldingen binnen over aanbestedingen, vastgoedtransacties en mogelijke belangenverstrengeling. Naast de oorspronkelijke melding van een medewerker in juni 2023 meldden zich later meerdere mensen, onder wie gemeentemedewerkers, bedrijven en inwoners. Zij wezen onder meer op gegunde aanbestedingen die niet conform afspraken werden uitgevoerd, het ontbreken van controle daarop, het gunnen van ontwikkelingsopdrachten aan partijen die deze vervolgens niet of anders dan afgesproken uitvoerden, en de inhuur van bekenden in strijd met de gemeentelijke regels. Daarnaast werden in 2021 door het managementteam Vastgoed onderbouwde signalen afgegeven, die volgens de Ombudsman niet of onvoldoende zijn opgepakt.
Ondanks de ernst en breedte van deze meldingen bleef een diepgaand onderzoek naar al deze zaken uit. Het college besloot een extern forensisch accountantskantoor in te schakelen, maar Van den Anker stelt dat dit onderzoek niet de volledige omvang van de meldingen heeft bestreken. ‘Wij hebben aangegeven dat dit een uitgelezen kans was om alle signalen uitgebreid te onderzoeken, zodat eindelijk duidelijkheid zou komen over de verhalen en geruchten die al langer de ronde doen over de manier waarop cluster SO grote projecten aanpakt’, stelt zij.
De Ombudsman vindt dat het nalaten van een volledig onderzoek schadelijk is voor zowel de gemeente als de betrokken medewerkers. ‘De huidige situatie werpt een schaduw over Stadsontwikkeling en zijn medewerkers. Het feit dat meldingen al in 2021 werden gedaan, maakt het des te urgenter om hier volledige openheid over te geven.’
Een belangrijk onderdeel van de kwestie is de melding van een duediligencemedewerker, die stelde dat zijn dienstverband in de proeftijd was beëindigd vanwege een interne melding over vermeende fraude. De Ombudsman onderzocht deze zaak specifiek en vond geen bewijs dat de beëindiging direct met de melding samenhing. Wel had de gemeente volgens haar meer uitleg moeten geven over de reden van het ontslag.
Ondanks de aanpassing van het Bibob-beleid, waardoor vastgoedtransacties voortaan systematisch worden gecontroleerd, blijft Van den Anker kritisch. Volgens haar had de gemeente meer inspanningen moeten leveren om transparantie te garanderen. ‘Ik hecht eraan om zowel gemeenteraad als college deelgenoot te maken van mijn inspanningen om helderheid te krijgen. Het is spijtig dat uiteindelijk niet is onderzocht wat nodig was: een onderzoek naar alle meldingen in volle breedte en diepte’, stelt zij.
