ROTTERDAM- Mohammed B. (21), geboren in Oujda-Marokko, is vrijgesproken van betrokkenheid bij de beschietingen van twee bedrijfspanden in Rotterdam en Utrecht. Een pand aan Weena-Zuid in het centrum van Rotterdam is in de nacht van vrijdag 9 op zaterdag 10 februari rond 04.00 uur meerdere keren beschoten. Volgens de rechter kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat B. een rol heeft gespeeld in de incidenten die plaatsvonden op 10 en 12 februari van dit jaar.
Het Openbaar Ministerie had een celstraf van 12 maanden geëist, waarvan 175 dagen voorwaardelijk, en een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank gaat hier niet in mee en concludeert dat de verdachte niet als medepleger of opdrachtgever kon worden aangemerkt.
De aanklacht stelde dat B. via Snapchat en andere middelen instructies zou hebben gegeven aan een medeverdachte en betalingen zou hebben verdeeld. Dit zou zijn bijdrage aan de beschietingen aantonen. De rechtbank vindt echter onvoldoende bewijs om zijn betrokkenheid aan te tonen. Zo bleken er geen harde aanwijzingen dat de communicatie van B. direct verband hield met de beschietingen. De verklaring van een getuige, die belastend leek, is uitgesloten, omdat deze onvoldoende betrouwbaar wordt geacht.
De vorderingen van de benadeelde partijen, die gezamenlijk ruim 50.000 euro aan schadevergoeding eisten, zijn niet-ontvankelijk verklaard. Aangezien B. is vrijgesproken, heeft de rechtbank geen inhoudelijke beslissing genomen over deze claims.
De rechtbank heeft ook bepaald dat de twee in beslag genomen telefoons van de verdachte aan hem worden teruggegeven en dat de schorsing van zijn voorlopige hechtenis wordt opgeheven. Hij zat tot vast in de gevangenis te Sittard
Mohammed B. is daarmee volledig vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.