SCHIEDAM- In de rechtbank van Rotterdam staat deze week L.N.M., geboren in Egypte en woonachtig in Schiedam, terecht voor een tenlastelegging van diefstal met inbraak. De verdachte, momenteel gedetineerd, wordt ervan beschuldigd in de nacht van 11 en 12 november 2023 uit een personenauto in Rotterdam een portemonnee met inhoud te hebben ontvreemd. De inhoud bestond onder meer uit een kentekenbewijs, een identiteitsbewijs, diverse pasjes, muntgeld, snoepgoed en andere goederen, eigendom van V.R.V. De rechtbank zal zich buigen over de bewijsstukken en getuigenverklaringen om tot een oordeel te komen.
Volgens de aanklacht heeft M. zich de toegang tot de auto verschaft door middel van inbraak, met het doel zich de goederen wederrechtelijk toe te eigenen. Indien de aanklacht niet leidt tot een veroordeling, wordt M. subsidiair beschuldigd van een poging tot diefstal met dezelfde modus operandi.
Artikel 311 lid 1 ahf/sub 5 van het Wetboek van Strafrecht wordt aangehaald als de juridische basis voor de tenlastelegging, waarbij diefstal met inbraak als een ernstig misdrijf wordt beschouwd. De uitkomst van deze zaak zal naar verwachting invloed hebben op de jurisprudentie betreffende diefstal met inbraak.