HOEK VAN HOLLAND- De politie heeft P.G. uit Hoek van Holland aangehouden op verdenking van rijden onder invloed van alcohol. Hij weigerde echter om mee te werken aan een ademanalyse, die moest uitwijzen hoeveel hij had gedronken. De man moet nu verschijnen voor de rechter.
Het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigt de 44-jarige man ervan dat hij op 1 oktober 2022 in Capelle aan den IJssel een personenauto heeft bestuurd, terwijl hij te veel alcohol had genuttigd. Dit is in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, dat het besturen van een voertuig na het gebruik van alcoholhoudende drank verbiedt. Een opsporingsambtenaar had hem daarom bevolen om zijn medewerking te verlenen aan een ademonderzoek, waarbij hij in een apparaat moest blazen dat het alcoholgehalte van zijn adem kon meten. Ook moest hij alle aanwijzingen van de opsporingsambtenaar opvolgen, maar de man voldeed niet aan deze verplichtingen en werkte niet mee aan het onderzoek.
Het OM wil de man straffen op grond van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Dit artikel bepaalt dat de bestuurder die wordt verdacht van rijden onder invloed, verplicht is om ademlucht te blazen in een apparaat en alle aanwijzingen van de opsporingsambtenaar te volgen. Als hij dat niet doet, kan hij een geldboete, een rijontzegging, een taakstraf of zelfs een gevangenisstraf krijgen. De hoogte van de straf hangt af van de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
