ROTTERDAM- Een liquidatie in Rotterdam uit mei 2022 is voor de meervoudige strafkamer in verband gebracht met een belastingambtenaar die kort daarvoor gegevens had opgezocht en doorgegeven aan criminelen. Hoewel er geen direct verband is vastgesteld tussen de gegevensbevraging en de liquidatie, meent het Openbaar Ministerie dat dit incident de gevaren van dergelijke informatielekken aantoont.
Vandaag stond een 37-jarige verdachte uit Den Haag terecht voor het verkopen van persoonsgegevens aan criminelen. Als werknemer van de Belastingdienst had hij toegang tot gevoelige informatie, die hij tussen oktober 2020 en mei 2022 opzocht en in zeker 30 gevallen doorverkocht. Een medeverdachte, die eerder tot 12 maanden gevangenisstraf werd veroordeeld, bevestigde dat hij de gegevens tegen betaling ontving.
De verdachte ontmoette afnemers vaak op parkeerterreinen, waar hij buiten werktijd inlogde om kentekens op te vragen. Deze gegevens werden later teruggevonden in de telefoons van medeverdachten, met notities die overeenkwamen met de tijdstippen van hun ontmoetingen. Berichten in een PGP-telefoon van een andere afnemer, zoals “We gaan nu kijken” en “Ik kijk nu live met hem mee”, wijzen op het gebruik van de gestolen informatie.
Het Openbaar Ministerie beschuldigt de verdachte van het verraden van zijn werkgever, collega’s en alle belastingbetalende burgers. Ondanks geheimhoudingsverklaringen en waarschuwingen bleef hij onnodig gegevens opzoeken. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 30 maanden en een verbod om vijf jaar als ambtenaar te werken. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.
