SCHIEDAM- Bij een rondgang door het gerenoveerde Stedelijk Museum Schiedam dat zaterdag 14 mei 2022 feestelijk heropent, zie je dat de trappenhuizen spectaculair zijn vernieuwd. Je kunt ook weer naar buiten kijken, de ramen zaten tot dusver verstopt in de muur. ‘Om dat binnenstromende daglicht te vieren, vroegen we zes hedendaagse kunstenaars op deze mooie plek in het gebouw een werk achter te laten’, vertelt museumdirecteur Anne de Haij. De keuze viel op Joana Schneider, Timo Demollin, Jennifer Tee, Femmy Otten, Zoro Feigl en Iriée Zamblé samen met het duo Opperclaes. Van de laatste vier kunstenaars heeft het museum werk in de collectie.
Het werk Turns van Timo Demollin (1988) bestaat uit zes abstracte wandsculpturen die hij op de deurknoppen van het Sint Jacobs Gasthuis baseerde. Het museum is sinds 1940 gevestigd in het voormalige gasthuis. Vier daarvan maakte hij samen met ambachtelijke houtdraaiers uit Schiedam en Rotterdam. In een vitrine even verderop hangen de oorspronkelijke exemplaren. Ze verwijzen ook naar de geschiedenis van het gebouw, waarin mannen en vrouwen gescheiden leefden, en de Schiedamse houtnijverheid.
Schiedam was ooit een stad van visserij en dat haakt aan het materiaal dat Joana Schneider (1990) gebruikt: oud visserstouw. Voor haar installatie Spectrum omwikkelde ze dat touw met draad van gerecyclede petflessen. Van een afstandje lijken het twee felgekleurde abstracte schilderijen, waarvan de een van onderaf langzaam van kleur verschiet van oranje, geel, groen en dan naar blauw. Het werk ertegenover gaat van rood, lila naar paars. Samen vormen ze het kleurenspectrum, maar ze staan ook voor dag en nacht. Afhankelijk van de zonnestand verandert de kleur gedurende de dag.
Van Jennifer Tee (1973) kocht het museum onlangs samen met SCHUNCK enkele werken aan uit de Tampan Tulip-serie. Een deel ervan is te zien na de heropening in de tentoonstelling Van Oerbeest tot rokende croissant. In het trappenhuis maakte Tee Abstraction of a Form, Shape or Presence. De keramische bollen in deze installatie verwijzen naar manen en planeten en symboliseren het universum, dualiteit, wederkerigheid en eenheid. Andere objecten laten een afdruk van een gezicht zien als van het dodenmasker, alleen nu in negatief. Ze gaan over herinneringen, het vangen van een moment, de abstractie van de dood.
Het museum heeft verschillende werken van Femmy Otten (1981) in de collectie die gaan over vruchtbaarheid, moederschap en vrouwelijke seksualiteit aankaart. Dat doet ze ook bij de installatie Ontklede dagen III in het trappenhuis die uit drie onderdelen bestaat. Een grote marmeren druppel waaruit oren, neuzen, monden, gezichten, vagina’s en penissen groeien, hangt halverwege de trap aan de muur. Bij een tweede klein reliëf combineert Otten twee fallussen met een geschilderde klaproos. Ook zie je een muurschildering van twee vleugels. Met haar intieme werk wil ze taboes rondom moederschap, gender, angst en seksualiteit doorbreken.
Ook van Iriée Zamblé (1995) heeft het museum werk in de collectie. In het trappenhuis werkt ze samen met Opperclaes (2010), opgericht door Linda van der Vleuten en Bruce Tsai-Meu-Chong. Eerder was het duo verantwoordelijk voor de pop-up tentoonstelling Glashard over post-graffiti kunst. In haar installatie Birds Eye View of the Works zien we het gezicht van een Zwarte vrouw die je zelfbewust aankijkt. Iriée onderzoekt de geldende normen binnen het genre van geschilderde en getekende portretten. Deze figuren in haar werk nemen met trots hun plaats in op het doek. Zamblé haalt inspiratie uit het alledaagse straatbeeld en Afro-Atlantische kunst en cultuur. Opperclaes nam het grafische deel van de schildering voor rekening.
Het werk van Zoro Feigl voor het trappenhuis is in september klaar, na zijn tentoonstelling Zonvonkengesproei met grote bewegende installaties die op 14 mei opent. Bij de heropening zie je ook de tentoonstellingen Van Oerbeest tot rokende croissant, het Panorama Schiedam en de tentoonstelling Een bonte verzameling gewone mensen met alle Schiedamse Buurtplaatjes. Er zijn nieuwe kunstwerken in het trappenhuis, het Atelier is vernieuwd en er is een Stadsgalerij voor samenwerking met Schiedammers.
Deze kunstwerken zijn mede mogelijk gemaakt dankzij de gemeente Schiedam, het Mondriaan Fonds en een genereuze bijdrage uit naam van Piet en Ida Sanders-Sanders.