KRAAKVERBOD BLIJFT STAAN ALS EEN HUIS IN ROTTERDAM

ROTTERDAM- De Rotterdamse gemeenteraad moet niets hebben van het idee om Rotterdam tot een kraakvriendelijke stad te verklaren. De roep om een kraakvriendelijke stad komt van de fracties van Bij1, GroenLinks, de Partij voor de Dieren en de SP, maar stuit op een ruime meerderheid van tegenstemmers.

De indieners van de motie benadrukten dat wonen een fundamenteel recht is en wezen op statistieken van het Centraal Planbureau voor de Statistiek uit 2023, waaruit blijkt dat in Rotterdam 4% van de woningen en 14% van de kantoren leegstaan. Zij argumenteerden dat eigendomsrecht niet boven woonrecht zou moeten prevaleren en dat kraken in het verleden heeft bijgedragen aan het bieden van onderdak en ‘floreren van initiatieven’, zoals Het Poortgebouw en Het Schieblock.

De motie verzocht het college om Rotterdam uit te roepen tot een kraakvriendelijke stad en ontruimingen van kraakpanden de laagste prioriteit te geven bij de inzet van politiecapaciteit. Ook werd opgeroepen tot terughoudendheid bij ontruimingen en werd de burgemeester gevraagd zich in te zetten voor deze terughoudendheid. Tot slot werd voorgesteld om op nationaal niveau te lobbyen voor de afschaffing van het kraakverbod.

Het kraakverbod, dat in Nederland sinds 2010 van kracht is, maakt het illegaal om een leegstaand pand zonder toestemming van de eigenaar te betreden en te bewonen. In de praktijk betekent dit dat krakers strafrechtelijk vervolgd kunnen worden en dat de politie bevoegd is om kraakpanden te ontruimen. Het verbod heeft als doel om eigendomsrechten te beschermen en overlast en verloedering tegen te gaan. Tegenstanders van het verbod stellen echter dat het woonrecht hierdoor in het gedrang komt, vooral in steden met een hoge leegstand en een tekort aan betaalbare woonruimte.

De afwijzing van de motie in Rotterdam laat zien dat er nog steeds een sterke voorkeur is voor het handhaven van het kraakverbod, ondanks de argumenten van de indieners over het belang van woonrecht.