SCHIEDAM- De 19-jarige Schiedammer E.G. van M. moet verschijnen voor de politierechter in Rotterdam, omdat hij zich in de havenstad zou hebben bezig gehouden met drugs uit een zeecontainer te halen.
Van M. is op 17 november betrapt op de Maasvlakte, waar hij zich zonder toestemming bevond op een afgesloten terrein van APM II Terminal, dat bestemd is voor het verwerken en vervoeren van goederen. Samen met een of meer handlangers had hij zich toegang verschaft tot een container door erin te klimmen.
Het OM wil dat Van M. gestraft wordt op grond van de volgende wetsartikelen:
Art 138aa lid 1 Wetboek van Strafrecht1: Dit artikel verbiedt het wederrechtelijk verblijven op een besloten plaats in een haven of luchthaven. Hierop staat een gevangenisstraf van maximaal een jaar of een geldboete van de derde categorie.
Art 138aa lid 2 Wetboek van Strafrecht: Dit artikel verzwaart de straf als de verdachte zich toegang heeft verschaft tot de besloten plaats door inklimming, braak, verbreking of een valse sleutel. De gevangenisstraf kan dan oplopen tot twee jaar of een geldboete van de vierde categorie.
Art 138aa lid 3 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht1: Dit artikel verhoogt de straf nog verder als de verdachte zich ook toegang heeft verschaft tot een container, gebouw of ruimte op de besloten plaats. De gevangenisstraf kan dan maximaal vier jaar zijn of een geldboete van de vijfde categorie.
Art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht: Dit artikel bepaalt dat degenen die een strafbaar feit plegen, doen plegen of medeplegen, als daders worden gestraft. Dit betekent dat Van M. ook verantwoordelijk is voor de daden van zijn mededader(s), als hij met hen heeft samengewerkt of hen heeft aangezet tot het uithalen van drugs.