ROTTERDAM- In mei van dit jaar is bij het Openbaar Ministerie (OM) in Rotterdam aangifte gedaan van discriminatie en smaad tegen het bestuur van de Jehova’s Getuigen. Het OM heeft deze aangifte bestudeerd en is van mening dat er geen sprake is van een strafbaar feit en seponeert daarom de aangifte.
De aangifte ziet op het uitsluitingsbeleid dat Jehova’s Getuigen hanteren wanneer leden afstand nemen van de gemeenschap. Aangever voelde zich, kort gezegd, gediscrimineerd en in zijn eer en goede naam aangetast door de openbare bekendmaking waarin werd aangezet tot sociale uitsluiting.
Het OM heeft de aangifte aan de juridisch vastgestelde kaders getoetst en is van mening dat er geen strafbare feiten zijn gepleegd. Nu er volgens het OM geen sprake is van aanzetten tot haat, geweld en discriminatie dan wel smaad (artikel 137d en 261 wetboek van Strafrecht) zal er geen nader onderzoek worden ingesteld.