ROTTERDAM– Een rioolheffing die gebaseerd is op waterverbruik zou leiden tot hogere kosten en een minder stabiele inkomstenstroom voor de gemeente. Dat blijkt uit een toelichting aan de Commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte. De inning van deze heffing zou ingewikkelder worden, omdat het waterverbruik per huishouden kan fluctueren, terwijl de kosten voor het onderhoud van het rioolstelsel grotendeels vastliggen. Bovendien zou de gemeente afhankelijk worden van gegevens van het drinkwaterbedrijf, wat de uitvoerbaarheid bemoeilijkt.
Op dit moment is de rioolheffing in Rotterdam gekoppeld aan de waarde van het perceel, met een vast bedrag per jaar voor woningbezitters. Voor niet-woningen geldt een aanvullende heffing als de WOZ-waarde boven de 200.000 euro ligt. Dit systeem is eenvoudig en goed uitvoerbaar, onder meer door de koppeling met de WOZ-administratie.
Bij het bepalen van de heffingsmethode kijkt de gemeente niet alleen naar uitvoerbaarheid, maar ook naar de verdeling van de kosten. Een heffing op basis van waterverbruik zou betekenen dat de lasten verschuiven naar huishoudens met een hoger waterverbruik, terwijl het rioolstelsel vooral is ontworpen voor de afvoer van regenwater. De gemeente zou daarnaast extra kosten moeten maken om het nieuwe systeem in te voeren en te beheren.
In het Water en Klimaatadaptatie Programma wordt onderzocht of de huidige werkwijze moet worden aangepast. Hierbij wordt gekeken naar mogelijke verbeteringen en de effecten van alternatieve heffingsgrondslagen. Voorlopig blijft het bestaande systeem gehandhaafd, vanwege de voorspelbare inkomsten en de lage uitvoeringskosten.