ROTTERDAM- Er is momenteel geen reden om een vervolgstudie te starten naar de hoeveelheid ultrafijnstof (UFP) die door het vliegverkeer boven de Rotterdamse wijk Schiebroek wordt veroorzaakt. Dat zegt wethouder Chantal Zeegers (D66) tegen de Wijkraad. De wethouder stelt dat voor luchtvervuiling geldt dat langdurige blootstelling aan hoge en lage concentraties schadelijker is voor de gezondheid dan kortdurende pieken. UFP zijn deeltjes die kleiner zijn dan 100 nm in doorsnede. De VMM meet UFP-deeltjes tussen 10 en 100 nm. Ongeveer 90% van het totale aantal deeltjes in de lucht bestaat uit ultrafijne stofdeeltjes.
In de afgelopen jaren zijn er drie keer metingen gedaan naar de hoeveelheid UFP en de invloed van het vliegverkeer op de hoeveelheid UFP in de omgeving. De resultaten van deze metingen komen overeen. Meer onderzoek naar piekbelasting geeft relatief weinig nieuwe informatie over de hoeveelheid UFP in de buurt van de luchthaven. De wethouder ziet daarom nu geen reden om de DCMR opdracht te geven voor het door u gewenste vervolgonderzoek.
Voor de luchthaven RTHA is wel een nieuw luchthavenbesluit nodig vanwege veranderde wet- en regelgeving. Het vliegveld maakt hiervoor een Milieueffectrapportage (MER). In de zienswijze benadrukt Rotterdam het belang van het meewegen van UFP in de berekeningen van de milieueffecten. Zeegers: ‘Het aantal onderzoeken naar gezondheidseffecten van UFP is in de laatste paar jaar toegenomen, maar is nog niet zo hoog als dat voor fijnstof en stikstofdioxide (NO2) beschikbaar is. Daarom is het begrip van en het bewijs voor schadelijke gezondheidseffecten van UFP minder dan voor fijnstof en stikstofdioxide. De GGD-Rotterdam kan daarom nu ook geen betrouwbare uitspraken doen over de effecten van UFP op de gezondheid, behalve dat hoe lager de concentratie UFP, hoe beter.’
