ZUIDLAND- Het Openbaar Ministerie eist een gevangenisstraf van 24 jaar voor twee mannen uit Zuidland. Een 47-jarige man wordt aangeklaagd voor het aanzetten tot moord, medeplichtigheid aan moord en illegaal wapenbezit. De andere verdachte, een 37-jarige man uit Weert, wordt beschuldigd van het plegen van de moord en eveneens van wapenbezit
De zaak kwam aan het rollen toen op zondagavond 20 november een getuige een man een steegje zag inlopen nabij de woning van het slachtoffer. Niet veel later werden er drie schoten gehoord en werd een grijs voertuig gezien dat met hoge snelheid de plaats delict verliet. Het slachtoffer werd kort daarna zwaargewond op straat gevonden en overleed ondanks reanimatiepogingen.
De vermoedelijke schutter crashte na het incident op de A15, waarbij de politie een doorgeladen pistool in zijn voertuig aantrof. Onderzoek wees uit dat de kentekenplaten van de auto gestolen waren vanaf het parkeerterrein bij de woning van het slachtoffer. Uit telefoongegevens bleek dat de verdachte rond de tijd van de moord in de buurt was. Schotresten op zijn handen en zijn DNA op het wapen bevestigden zijn betrokkenheid bij de misdaad.
Opvallend waren de chatgesprekken op de telefoon van de verdachte uit Weert, waarin hij kort voor de moord met de medeverdachte overlegde over de uitvoering. Er werd gesproken over een betaling van 20.000 euro voor de huurmoord. De verdachte uit Zuidland bleek het slachtoffer al langere tijd in de gaten te houden, waarbij eerdere pogingen tot liquidatie niet doorgingen omdat het slachtoffer niet thuis was.
De achtergrond van de moord lijkt te liggen in een persoonlijk conflict, waarbij de partner van de verdachte uit Zuidland melding maakte van bedreigingen door het slachtoffer. Dit conflict escaleerde nadat er een intieme relatie was ontstaan tussen de partner van het slachtoffer en de overbuurvrouw.
De officier van justitie benadrukte de ernst van de misdaad en de impact op de nabestaanden, met name de jonge kinderen van het slachtoffer die hun vader hebben verloren. De officier stelde dat alleen een langdurige gevangenisstraf recht doet aan de ernst van het misdrijf.