WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland

EERSTE CELSTRAFFEN INKLIMMERS ROTTERDAMSE HAVEN

ROTTERDAM- De rechtbank Rotterdam heeft gevangenisstraffen van drie tot ruim vijf maanden opgelegd aan zeven mannen die zonder toestemming op het Rotterdamse haventerrein aanwezig waren. Het zijn de eerste verdachten die veroordeeld worden op basis van het nieuwe wetsartikel 138aa Sr. dat op 1 januari inging.

Door dit wetsartikel kan onbevoegd aanwezig zijn op havens en luchthavens zwaarder worden bestraft, namelijk met een maximale gevangenisstraf van één jaar.

Het is algemeen bekend dat de afgelopen tijd vaak personen worden aangetroffen op de besloten haventerreinen in en rond Rotterdam, die daar zonder toestemming verblijven. Deze personen komen vaak op de terreinen door over toegangshekken te klimmen en proberen daar containers open te breken om waardevolle goederen of drugs uit deze containers te halen. Een verdachte, die op een haventerrein wordt aangetroffen en daarvoor geen duidelijke en verifieerbare reden wil of kan geven, wekt daarmee de verdenking dat hij zich met dergelijke criminele activiteiten inlaat.

Daarnaast zijn de havens van essentieel belang voor het economisch verkeer en maatschappelijk leven. Handhaving, toezicht, opsporing en aanhouding vergen veel capaciteit van de toezichthouders en opsporingsdiensten alleen al vanwege de grootschalige inzet van mensen en middelen nadat een indringer is gesignaleerd. Hieraan zijn aanzienlijke kosten verbonden, ook voor de betreffende containerbedrijven. De overslag van containers moet immers stilgelegd worden nadat een indringer is waargenomen.

De rechtbank heeft gekeken naar de beperkte strafmaxima van artikel 138aa Sr, waarbij de wetgever aansluiting lijkt te hebben gezocht bij de strafbaarstelling van huis-, erf- en lokaalvredebreuk. Bedacht dient te worden dat het hier gaat om het ongeoorloofde verblijf en/of betreden, mogelijk onder strafverzwarende omstandigheden zoals inklimming, en niet om bewijsbare pogingen om goederen zoals drugs uit de containers te halen. Indien dergelijke pogingen te bewijzen zijn, zijn immers aanzienlijk zwaardere strafbepalingen van toepassing en gelden de daaraan gekoppelde, aanzienlijk hogere, straffen.

Alles afwegend vindt de rechtbank als uitgangspunt voor een first offender een gevangenisstraf van drie maanden op zijn plaats.

Indien een verdachte zich de toegang heeft verschaft tot die besloten plaats door middel van inklimming, wordt als uitgangspunt een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden passend en geboden geacht. Indien het feit is gepleegd door twee of meer verenigde personen, wordt het uitgangspunt met een derde verhoogd.

De zeven verdachten, mannen in de leeftijd van 19 tot 34 jaar, zijn allen veroordeeld. Aan de verdachten is een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd waarvan de duur uiteenloopt van 3 tot ruim 5 maanden. De verschillen zijn met name te verklaren uit verschillen in het bewezen verklaarde feit en/of het al dan niet bewezen zijn van bepaalde strafverzwarende omstandigheden uit lid 3 van artikel 138aa Sr.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *