SCHIEDAM- Voor de politierechter in Dordrecht stond eerder deze week de 29-jarige H. Ç. van Turkse komaf terecht. De aanhouding vond plaats in Schiedam, waar hij betrokken was bij een drugsincident. Hij staat terecht voor de beschuldiging van het opzettelijk cultiveren, produceren, bewerken, verhandelen, leveren, distribueren, transporteren en/of in het bezit zijn van narcotica.
Volgens de tenlastelegging had Ç. op 5 juli 2022 in Schiedam ongeveer 0,7 gram heroïne en ongeveer 15,7 gram cocaïne in zijn bezit. Beide stoffen staan vermeld op lijst I van de Opiumwet, wat betekent dat het om harddrugs gaat. Daarnaast had hij ook ongeveer 2,6 gram hasjiesj bij zich, een substantie die op lijst II van de Opiumwet staat en als softdrug wordt geclassificeerd.
De zaak heeft geleid tot een dagvaarding waarin de ernst van de beschuldigingen wordt benadrukt. De hoeveelheden drugs die in het bezit waren van de verdachte wijzen op een overtreding van artikel 10 lid 4 en artikel 2 onder B van de Opiumwet voor de harddrugs, en artikel 3 onder C van dezelfde wet voor de hasjiesj.
De mogelijke straffen voor de aanklachten zoals beschreven in de tenlastelegging kunnen variëren afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de zaak en de hoeveelheid drugs die betrokken is.
Voor het aanwezig hebben van harddrugs (zoals heroïne en cocaïne) kan een maximale gevangenisstraf van 8 jaar worden opgelegd. Voor de opzettelijke handel en productie van harddrugs kan de maximale gevangenisstraf oplopen tot 12 jaar. Voor de in- en uitvoer van harddrugs kan de maximale gevangenisstraf 16 jaar bedragen. Op het plegen van voorbereidingshandelingen ten behoeve van harddrugsdelicten staat een maximale gevangenisstraf van 8 jaar.
Voor het bezit van softdrugs zoals hasjiesj, wanneer het gaat om een hoeveelheid van niet meer dan 30 gram, zijn de straffen over het algemeen lager. De exacte strafmaat hangt af van de hoeveelheid en of er sprake is van verzwarende omstandigheden, zoals eerdere veroordelingen of het betrokken zijn bij georganiseerde misdaad.
Dit zijn algemene richtlijnen. De uiteindelijke straf zal worden bepaald door de rechter, rekening houdend met alle relevante factoren van de zaak. De verdediging zal ook de kans krijgen om verzachtende omstandigheden aan te voeren die van invloed kunnen zijn op de strafmaat.