VLAARDINGEN– Het gerechtshof Den Haag heeft een 37-jarige Antilliaan veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 weken wegens het dealen van cocaïne in Vlaardingen. De uitspraak volgt na terugwijzing door de Hoge Raad. De straf is lager dan de eis van de advocaat-generaal, die aanvankelijk een celstraf van 1 maand had gevorderd.
De Antilliaan is schuldig bevonden aan de verkoop van cocaïne tussen 20 en 24 oktober 2016 in Vlaardingen. Uit getapte telefoongesprekken blijkt dat hij meerdere keren bestellingen aannam voor drugs. Tijdens zijn aanhouding is cocaïne bij hem aangetroffen. In de gesprekken werd gesproken over hoeveelheden drugs, prijzen en termen als ‘snuffoe’ en ‘snoefo’. Tijdens zijn aanhouding trof de politie bij de verdachte 3,8 gram cocaïne aan in de vorm van witte brokjes en poeder, verpakt in een sealbag.
De verdediging voerde aan dat de telefoongesprekken niet concreet genoeg waren en dat niet bewezen kon worden dat deze daadwerkelijk tot transacties hebben geleid. Ook werd betoogd dat de verklaringen van de getuigen niet betrouwbaar waren, omdat zij bij latere verhoren terugkwamen op hun eerdere uitspraken bij de politie. Het hof verwierp deze argumenten en acht de bewijsmiddelen overtuigend genoeg om tot een veroordeling te komen.
Het hof hield bij het bepalen van de straf rekening met de lange duur van de rechtsgang. De zaak begon al in 2016, waarbij zowel in eerste aanleg als in hoger beroep de redelijke termijn zijn overschreden. Het hof besluit daarom de strafmaat te verlagen.
Naast de termijnoverschrijding keek het hof ook naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De man, die in 2001 vanuit de Nederlandse Antillen naar Nederland kwam, heeft een MBO-diploma elektrotechniek behaald, maar kampt met een licht verstandelijke beperking en beperkte werkervaring. Uit het reclasseringsrapport blijkt dat hij al sinds zijn 15e levensjaar met justitie in aanraking komt en eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, waaronder ook overtredingen van de Opiumwet. Naast het strafbare feit rekent het hof het de verdachte aan dat hij geen oog heeft voor de gevolgen van zijn handelen voor de volksgezondheid en de maatschappelijke problemen die gepaard gaan met drugshandel.
De uitspraak is definitief, tenzij er opnieuw hoger beroep wordt ingesteld. Het gerechtshof bestond bij deze zitting uit voorzitter mr. M. Ferschtman en de rechters mr. B.P. de Boer en mr. W.S. Korteling.
