ROTTERDAM– Het Openbaar Ministerie heeft 195 dagen celstraf, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, geëist tegen de 39-jarige Rotterdammer W. M. voor de vernieling van een bloemenkrans bij het oorlogsmonument aan de Mijnsherenlaan in Charlois. De incidenten vonden plaats op 8 mei, toen de verdachte zich misdroeg en de bloemenkransen, neergelegd ter herdenking van oorlogsslachtoffers, vernielde.
Volgens getuigen schopte M. tegen de kransen, wat leidde tot zijn aanhouding door de politie. Tijdens zijn arrestatie gaf hij aan boos te zijn op de overheid. Na het opmaken van een proces-verbaal werd hij heengezonden. Echter, de volgende dag was hij opnieuw in de problemen; getuigen meldden dat hij op een auto stond te springen en zich bedreigend gedroeg. Ook dit leidde tot een aanhouding, waarbij hij weigerde mee te werken aan een ademtest.
De situatie escaleerde verder op 15 mei, toen M. weer op straat lastig viel en agenten met ziekte verwensingen bespuwde. Op 7 juni maakte hij het nog ernstiger door te dreigen met een bomaanslag. Hoewel er geen bom in de tas bleek te zitten, hebben zijn daden aanzienlijke angst veroorzaakt bij omstanders. Een getuige sprak over de blijvende impact van het voorval, vooral op kinderen en volwassenen die het hebben meegemaakt.
De officier van justitie wees op de verontrustende staat van de verdachte, die tot op heden weigert mee te werken aan psychologisch onderzoek. Hierdoor is de kans op herhaling groot, aldus de officier. Om deze reden is aan de voorwaardelijke straf een aantal voorwaarden verbonden, waaronder verplichte behandeling voor zijn mentale problemen en meldplicht bij de reclassering.
De rechter doet over twee weken uitspraak in deze zaak.