WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland

BEGROTINGSTEKORT VLAARDINGEN BEDRAAGT OFFICIEEL 24,1 MILJOEN

VLAARDINGEN- Het tekort van de gemeente Vlaardingen bedraagt nu officieel 24,1 miljoen euro. Dat is het bedrag waarmee wethouder Sebastiaan Nieuwland (D66) reageert op de directe vragen van het AOV naar het financieel tekort.

Vlak voor het zomerreces kwam de VVD met een eigen optelsom uit op ‘zeg maar 25 miljoen’. Tegelijk zongen er ook bedragen rond van tegen de 30 miljoen.

De wethouder doelt samen met de VVD op de opgestelde begrotingstekorten over de jaren 2020, 2021 en 2022. Nieuwland: ‘Zoals u in de kadernota kunt lezen bedragen de tekorten over deze drie jaren samen 24,1 miljoen euro. Door deze tekorten teren we de komende drie jaar 24,1 miljoen in op onze algemene reserve. In 2023 verwachten wij, zoals u in bovenstaande tabel kunt aflezen., weer een overschot op de begroting van 2,2 miljoen, waardoor we de algemene reserve weer aan kunnen gaan vullen.’

GEEF UW MENING!!

Plaats een reactie onder dit bericht op deze site (scrol naar beneden). Gebruik uw vrijheid van meningsuiting!

LET OP!! Spreek vrijuit, maar reacties die oproepen tot geweld en verwensingen met ziektes worden niet getoond.

Publicatie kan (soms) enige tijd duren.

5 gedachten over “BEGROTINGSTEKORT VLAARDINGEN BEDRAAGT OFFICIEEL 24,1 MILJOEN

  1. Stroomopwaarts MVS als ‘financieel communicerend vat’ van de MVS-gemeenten:

    Door de constructie waarmee ‘Participatiebedrijf Stroomopwaarts MVS’ is opgericht en welke overeenkomst verder is geregeld bij het Burgerlijk Wetboek (zie ook de toelichting Wet gemeenschappelijke regelingen). is de afgesproken verdeelsleutel van nul en generlei waarde nu sprake is van dwingend recht en zijn dergelijke verdeelsleutels nietig nu SOW feitelijk een Vennootschap Onder Firma is waarbij elk der deelnemers hoofdelijk aansprakelijk is voor het geheel en het Rijk het vermogen van de drie deelnemer in de V.O.F. feitelijk als gezamenlijke middelen en dient te beschouwen, waarbij het vermogen van de ene deelnemer in dit concubinaat als voorliggende voorziening moet worden gerekend.

    https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Schiedam/356349/356349_1.html

    De voorzitter van SOW vertegenwoordigt Openbaar Lichaam SOW dus in- en buiten rechte, vergelijkbaar dus met de burgemeester en Openbaar Lichaam Gemeente. Deze voorzitter van SOW heeft van de MVS-burgemeesters gelijktijdig met het oprichtingsbesluit een gezamenlijke blanco VOLMACHT meegekregen om de MVS-gemeentes in- en buiten rechte te vertegenwoordigen, en daarbij de bevoegdheid om de ‘huwelijkse voorwaarden’ bij de overeenkomst tussen de MVS-gemeentes naar eigen goeddunken tussentijds aan te passen.

    Vastgesteld moet worden dat de gemeente Vlaardingen er financieel behoorlijk beroerd voor staat in vergelijking met Maassluis en Schiedam, en ook dat de MVS-V.O.F. onderuit gaat wanneer er niet (alweer!) flink geld bij komt. De MVS-burgers is wijsgemaakt dat hiervoor een verdeelsleutel is op grond waarvan de MVS-gemeenten naar rato aan SOW bijdragen. Mispoes!

    Dat hele SOW is niet alleen zo opgezet dat allerlei zaken onder het mom van ‘vrijwilligheid’ van de burgers aan de keukentafel kan worden afgeperst, maar er is ook een gemeentelijke her-indeling mee beoogd buiten de democratische instituties om, en wel via de gezamenlijke en regionale portmonnee van de MVS-burgers: Stroomopwaarts MVS.

    Hierna volgt een bijdrage waaruit volgt dat er duidelijk opzet in het spel is waarbij gemeentelijke bestuursorganen en ambtenaren structureel identiteitsfraude plegen op aangeven van hogerhand, en waarbij de daders zich uiteindelijk gedekt weten door participant Centrale Raad van Beroep, een rechtsprekend orgaan dat met de opkomst van het door de Paus gepromote corperatisme, en het feit dat steeds meer werkgevers door de burgerlijke rechters werden veroordeeld inzake te voorkomen bedrijfsongevallen, uitvoering diende te geven aan de daarop inderhaast ingestelde Ongevallen wet.

    Het construct Sroomopwaarts MVS is en ook de Participatiewet is gebaseerd op identiteitsfraude van verschillende gemeentelijke bestuursorganen waarbij de indruk moet worden gewekt dat sprake is van gemengde bevoegdheden. De nationaal ingegeven Participatiezwendel voldoet op zich al volledig aan de delictsomschrijving van art. 326 WvSr, maar zijn daarbij ook voorbereidingshandelingen op misdrijven waar veel hogere straffen op staan.

    Voor zover met de creatie van het communicerende vat SOW als sprake is van rechtsgeldigheid van deze criminele besluitvorming, moet worden vastgesteld dat daarmee de MVS-burgemeesters alle ogen hebben vergooid en nu dan in het eigen mes dreigen te lopen.

    Gesteld kan worden dat die domme Zwarte Piet aanhangers van Maassluis eerdaags lekker gaan betalen voor het mis-management van de gemeente Vlaardingen nu de Gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts MVS is opgezet ingevolge de Wet op de communicerende vaten….

    https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Schiedam/356349/356349_1.html

    1. Gesteld kan worden dat met het communicerede vat SOW sprake is van een vorm van concubinaat van de MVS-gemeenten, waarbij het vermogen van de ene deelnemer moet vermoed deel uit te maken van de andere deelnemers, en feitelijk door het Ministerie moet worden aangemerkt als voorliggende voorziening aleer tot uitkering kan worden overgegaan.

      Het besluit van het Ministerie wordt hopelijk tijdig door de MVS-deelnemer in het openbaar gedeeld, zodat daar tijdig bezwaar tegen kan worden ingesteld. Bij dit besluit zou naar analogie met de voormalige Algemene bijstandwet SOW als rechtssubject en ontvanger moeten worden aangemerkt, en dus niet de afzonderlijke gemeenten wier burgemeesters het SOW-concubinaat weloverwogen zijn aangegaan.

  2. Wat betreft het zich (gedoogd) bedienen van valse hoedanigheid in het kader van deParticipatiewet is dit feitelijk al veel eerder ‘ingegeven’:

    Onder deze link worden de verschillen tussen de inter-gemeentelijke bestuursorganen ‘burgemeester’ en ‘burgemeester en wethouders’ en de onderscheidenlijke bevoegdheden nog een helder uitgelegd:

    https://www.hekkelman.nl/blog/overheidszaken/gemeente-niet-ontvankelijk-bij-bezwaar-door-bw/#

    Wie met deze informatie beschikbaar dan nog eens kijkt naar de besluitvorming van:
    https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Schiedam/356349/356349_1.html
    en
    https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Maassluis/CVDR407355.html

    constateert dat er een constructie is opgezet, onder meer om mist op te werpen over de onderlinge rechtsverhouding gemeente-burger, waarbij onmiskenbaar misbruik wordt gemaakt van een zeker gedogen van het misdrijf ex. art. 326 WvSr en bovendien sprake is van structurele omissie van leden van de rechterlijke macht en Centrale Raad van Beroep wat betreft de ambtelijk plicht tot aangifte bij constatering van (ambtelijke) misdrijven, zodat gesteld kan worden dat ook deze rechterlijk ambtenaren en daar aan gelijkgestelde griffie-medewerkers, zich in dit geval schuldig maken aan participatie in de meest ruime zin van art. 140 WvSr.

    Zoals ook prof. Michiel Scheltema in de rapportage aan Minister Ollongren stelt, is bij een dispuut tussen de partijen gemeente en burger over de uitvoering van de per 2015 gedecentraliseerde en geprivatiseerde wetten, uitsluitend de burgerlijke rechter bevoegd zich over de rechtsverhouding rechtspersoon Gemeente en burger uit te spreken.

    Uit het bovenstaande volgt dat ingeval van de Participatiewet sprake is van gemeentelijk werkgeverschap, dus een rechtsverhouding werkgever-werknemer die moet worden vermoed na al dan niet mondelinge overeenkomst, of zodra sprake is van uitkering van gelden die dus staan voor salaris.

    Openbaar Lichaam Gemeente wordt als rechtspersoon annex werkgever ingevolge de Gemeentewet in- en buiten rechte vertegenwoordigt door de burgemeester. Ingevolge de Participatiewet is de rechtsverhouding tussen de gemeente en burger dus geregeld bij burgerlijk recht en is tevens de wet verbetering Poortwachter op de arbeidsverhouding van toepassing, uiteraard pas wanneer die burger arbeidsongeschikt is vanwege ziekte of handicap.

    Als er onverhoopt sprake is van arbeidsongeschiktheid van de gemeentelijke werknemer dan is de gemeente als werkgever verplicht het salaris door te betalen en rust op de werknemer de plicht medewerking te verlenen aan re-integratie om zo snel mogelijk weer volledig inzetbaar te zijn. Hiertoe wordt ingevolge de Wet verbetering poortwachter door werkgever en de (deels) arbeidsongeschikte werknemer een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld. Houdt de werknemer zich niet aan dat plan van aanpak en staat deze zo genezing in de weg, dan kan de werkgever een deel van het salaris inhouden om zo nakoming te bewerkstelligen van de arbeidsovereenkomst.

    Bij rechtspersoon/werkgever is met de Participatiewet bepaald dat de gemeenteraad bij verordening een staffel vaststelt die ziet op nakoming van de arbeidsovereenkomst, en waarbinnen de bestuurlijke rechtspersoon-werkgever enige speelruimte wordt gelaten. Het is de burgemeester die de Gemeente als rechtspersoon in- en buiten rechte vertegenwoordigt en in die hoedanigheid eenzijdig namens rechtspersoon/werkgever beslist welk bedrag op het uit te keren salaris wordt ingehouden en in sommige gevallen de werknemer van het voornemen van de werkgever op de hoogte stelt, hetgeen staat voor rechtshandelingen naar burgerlijk recht.

    Bij een dispuut over (de mate van) arbeidsongeschiktheid en de doorbetalingsplicht is uitsluitend de burgerlijke rechter bevoegd daarover te oordelen. Is het doorgaans de werknemer die na consultatie van een arts stelt arbeidsongeschikt te zijn waarbij de werkgever dus financieel achteruit gaat, moet vastgesteld worden dat de gemeente als werkgever kennelijk een financieel voordeel heeft bij arbeidsongeschiktheid van haar werknemers, want direct bij overeenkomst die meestal direct aan de keukentafel tot stand komt, dringt in in dit geval de werkgever aan op een gezamenlijke ziekmelding, dus zonder dat de werknemer daadwerkelijk arbeidsongeschikt is of ook maar een arts heeft gezien.

    Met de besluitvorming https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Schiedam/356349/356349_1.html hebben de daartoe bevoegde gemeentelijk bestuursorganen van ‘burgemeester en wethouders’ een Openbaar Lichaam SOW ingesteld en gemotiveerd met de private uitvoering van de opgesomde wetten, niet meer en niet minder. Met dit gezamenlijke besluit is dus in feite het gemeentelijk werkgeverschap overgegaan op rechtspersoon Openbaar Lichaam Stroomopwaarts MVS. Met de Wet gemeenschappelijke regelingen is naar analogie met art. 171 Gemeentewet bepaald dat de voorzitter van het nieuwe Openbaar Lichaam dit SOW in- en buiten rechte vertegenwoordigt, dus de bevoegdheid van de burgemeester in die zin tegelijkertijd komen is vervallen, en dus ook de mogelijkheid van het misbruik ex. art. 79 WWB waarbij men zich moet afvragen waarom dit artikel, dat feitelijk staat voor bedrog/oplichting ex. art. 326 WvSr nu onderdeel is van de Participatiewet?

    Het is de burgemeester die de gemeente in- en buiten rechte als werkgever vertegenwoordigt en niet het college van burgemeester wethouders, en door uitbesteding aan ‘Participatiebedrijf Stroomopwaarts MVS’ nu de voorzitter van het bestuur die Openbaar Lichaam Stroomopwaarts MVS in- en buiten rechte en dus als werkgever vertegenwoordigt. De voorzitter van SOW heeft deze hem van rechtswege (Wgr) toekomende bevoegdheid vervolgens opgedragen aan de (ambtelijk) directeur van de rechtspersoon SOW mw. Desiree Curfs. Dit betekent dat elke uitnodigingsbrief strekkende tot (sollicitatie) gesprek aan de keukentafel ondertekend dient te zijn ‘namens de voorzitter van Stroomopwaarts MVS’, en niet anders.

    Het besluit waarmee de voorzitter van SOW aan mw. Curfs in de zin van de Awb heeft opgedragen is een machtiging, een procesbesluit waarmee zij wordt gemachtigd rechtspersoon SOW in civilibus in- en buiten rechte te vertegenwoordigen.
    Ten onrechte wordt in het betoog onder https://www.hekkelman.nl/blog/overheidszaken/gemeente-niet-ontvankelijk-bij-bezwaar-door-bw/# onder Strengere lijn van de Afdeling gesteld:
    ‘Met deze uitspraak maakt de Afdeling een strikt onderscheid tussen de bevoegdheid om een procesbesluit te nemen en de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de gemeente in een procedure. Hiermee lijkt de Afdeling een eerdere ruimhartigere lijn te verlaten.’

    Dit onderscheid was er duidelijk al, en was bepaald bij wet, zoals ook door mij als gemachtigde al gesteld in een WWB-procedure waarbij de Gemeente Bergen op Zoom als ander bestuursorgaan ten onrechte stelde een mandaat ‘even’ niet te hebben geaccepteerd. Een mandaat aan een ander bestuursorgaan bestond ook toen namelijk al niet. In casu was het mandaat door het college van Woensdrecht opgedragen aan (ambtelijk) directeur Joost Ansems van de ISD Brabantse Wal, onderdeel van de Gemeente Bergen op Zoom die daartoe toestemming had verleend. Het was dus directeur Joost Ansems die in dit geval de rechtspersoon Gemeente Woensdrecht in- en buiten rechte vertegenwoordigde en optrad als gemachtigde BUITEN rechte van de gemeente Woensdrecht en in die hoedanigheid beoogt werkneemster op te roepen ‘namens de gemeente Woensdrecht’ inplaats van ‘namens het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht’.

    Om de Gemeente Woensdrecht IN rechte te vertegenwoordigen waren bij separate beslissingen de bij de gemeente Bergen op Zoom werkzame juristen dhr Mol en mw. Vander Bom gemachtigd.

    De auteur die het einde van het gedogen door de Raad van State beschrijft, nota bene een vakjurist, schrijft: ‘Met deze uitspraak maakt de Afdeling een strikt onderscheid tussen de bevoegdheid om een procesbesluit te nemen en de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de gemeente in een procedure. Hiermee lijkt de Afdeling een eerdere ruimhartigere lijn te verlaten.’ Dit strikte onderscheid was er al en is nu alleen bij de RvS ’terug van even weggeweest’ terwijl de Centrale Raad van Beroep vrolijk doorgaat met participatie in deze nationaal door de Koning alwee jaren geleden uitgeroepen participatiezwendel Maatschappij waarvoor Raad van State en vooral de Centrale Raad van Beroep de fundamenten al hadden gelegd.

    De wet was toen reeds volkomen helder wat betreft vertegenwoordiging in en buiten rechte en vastgesteld moet dus worden dat beide nationale in hoogste instantie rechtsprekende organen ‘Raad van State’ en ‘Centrale Raad van Beroep’, ook pro-actief bezig waren en ook in strafrechtelijke zin aansprakelijk zijn wat betreft feitelijk gedogen en daarmee als rechterlijk ambtenaar weloverwogen deelname/leiding geven aan voorbereidingshandelingen van hogere misdrijven misdrijven, waarbij in ieder geval in de meest ruime zin is voldaan aan de delictsomschrijving van art. 326 WvSr.

    De overigens ook anderszins aantoonbare criminele organisatie ‘Centrale Raad van Beroep’ zou op enig moment worden opgeheven, maar kennelijk kon de inbreng van dit feitelijke fascistenforum met het oog op de voorgenomen decentralisaties en de Participatie (zwendel) maatschappij nog niet worden gemist. Vastgesteld moet worden dat de door beide hoger-beroepsorganen pro-actief bewerkstelligde identiteitsfraude door gemeentelijk bestuursorganen onlosmakelijk is verbonden met het wisseltruuk-artikel 79 Paraticipatiewet waarmee zaken waarop het burgerlijk recht ziet, middels evidente vervalsing en daartoe feitelijk aangezet door beide megalomane rechtsprenkende instanties onder jurisdictie van deze megalomane en criminele organisaties worden geschoven.

    Met https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Schiedam/356349/356349_1.html is dus aantoonbaar beoogd de kluit te belazeren en wordt door rechtspersoon SOW aansluitend op het structurele bedrog van de Centrale Raad van Beroep vooruitgelopen door uitnodigingsbrieven niet te ondertekenen met ‘namens de voorzitter van Stroomopwaarts MVS’ dus in de enige juiste civielrechtelijke setting, maar wordt vooruitgelopen op vervalsing in de zin van art. 79 Pw en op de welwillende participatie van bestuursrechters en Centrale Raad van Beroep door valselijk te ondertekenen ‘namens het college van…’.

    Ook in Bergen op Zoom is na elke uitnodiging tot gesprek bij volmacht van het college van Woensdrecht schriftelijk nadrukkelijk verzocht of het IMK daarbij nou echt als rechtsperssoon zou aanzitten in het kader van daadwerkelijke ondersteuning, of de bij de ISD gedetacheerde werknemer als steeds vermeld in de jaarcijfers. Ook hier volgde net als later bij SOW geen antwoord op deze eenvoudige vraag wie of wat en in welke juridische hoedanigheid aan de keukentafel vertegenwoordigd zou zijn.

    Door de gemachtigde rechtspersoon Gemeente Bergen op Zoom zou, net als de nu volkomen zelfstandige rechtspersoon SOW, daarop aantoonbaar reageren met totale terreur, en toen dat niet de gewenste uitwerking had met een ware beschikking waarbij de kennelijk aan de keukentafel beoogde dwangarbeid integraal is opgelegd. Tegen deze beschikking is toen gemotiveerd bezwaar ingesteld en het bezwaarschrift is schriftelijk voor ontvangst bevestigd door de vaste ISD-bezwaarschriftencommissie.

    Een eerder verzoek om afschrift van bepaalde stukken liep toen al en aantoonbaar duidelijk was dat de oud adjunct-directeur van SoZaWe Woensdrecht, Klaas Petersen, als dan enig belanghebbende daarbij, de door mw. mr. Van der Bom afgesloten enveloppen met opgevraagde stukken uit de postkamer van de ISD had verduisterd om daaruit eveneens opgevraagde bewijsstukken van diens eerder frauduleus handelen, te jatten.

    Tegen het eerder achterhouden van stukken was al een dwangsom verbeurd en ook uitgekeerd, waarna de ontbrekend stukken nog zouden worden nagezonden door mw. mr. Van der Bom die haar titel mr. in de rechten daarbij zou verzwijgen. Als de tweede enveloppe eerder al blijkt te zijn geopend en bij navraag bij TNT Post niet in Roosendaal maar in ‘s Hertogenbosch ter post is bezorgd, is duidelijk wie er ‘ambtelijk’ belang bij heeft het briefgeheim te schenden. Zowel de eerste als de tweede enveloppe bevatten ook de gevraagde lijst van de genummerde stukken.

    Op enig moment is er een hoop nachtelijk kabaal bij de externe blikken brievenbussen en de volgende dag wordt een eerder geopende en vanwege het geweld nu voledig gescheurde notaris enveloppe met stukken aangetroffen waaruit behalve bepaalde stukken nu ook de genummerde lijst ontbreekt. Navraag bij TNT Post levert op dat deze wel met stempel gefrankeerde enveloppe niet bij TNT Post is aangeboden en dus indirect bij de ISD-postkamer vandaan komt. Later verklaard mw. mr. Van der Bom in het kader van een klacht ‘het niet alleen te hebben gedaan’.
    Dit betekent dat Erika van de Bom van te voren wist dat haar in de ISD-postkamer gesloten en gefrankeerde enveloppen door Klaas Petersen zouden worden verduisterd en uiteindelijk bepaalde voor deze laatste belastende stukken, zouden worden gejat.

    Per e-mail wordt bij mw. Van der Bom daarop geklaagd waarbij dan nog wordt uitgegaan van valsheid in geschrifte daar waar zij schreef de opgevraagde stukken integraal te hebben verstrekt, hetgeen misschien formeel juridisch wel zo was, maar niet dat zij wist dat de stukken na verstrekking zouden worden verduisterd door collega ambtenaar Klaas Petersen. Gesteld wordt dat nog steeds dwangsommen worden verbeurd en dat de ontbrekende stukken en genummerde lijst alsnog moeten worden verstrekt.

    Daarop volgt een mail van Erika van der Bom van de ISD dat deze klacht is aangemerkt als bezwaarschrift en is doorgezonden naar de bezwaarschriftencommissie. Tijdens het klachtgesprek waarbij de gemeentesecretaris van Bergen op Zoom zich uitgeeft voor klachten commissie, laar ISD-directeur Ansems doorschemeren dan Erika van der Bom niet alleen bij de gemeente Bergen op Zoom onder hem werkt. Als daarna online wordt gezocht op Erika van der Bom wordt een solicitatieprocedure gevonden waarin de sectretaris van de ISD bezwaarschriftencie mw. mr. Rovers van der Bom sollicitanten uitnodigd voor de functie van (vice) voorzitter. Typisch gevalletje vestzak-broekzak vervalsing dus van een ambtenaar die hiertoe bewust van twee petten is voorzien.

    Het ‘bezwaarschrift’ wordt daarop uiterst gemotiveerd nader in- en aangevuld, ondermeer met verwijzingen naar wet- en regelgeving en relevante jurisprudentie waaronder de uitspraak van de RvS dat bezwaarschriftencommissies als zelfstandige bestuursorganen zouden moeten worden gezien, en dus gepretendeerd onpartijdig zouden zijn. Al wat er komt, geen oproep van de uitsluitend bevoegde ISD bezwaarschriftencommissie wat betreft de klacht die nu op wonderlijke wijze is verworden tot bezwaarschrift, en het tegen de beschikking oplegging dwangarbeid ingestelde bezwaarschrift.

    Als schriftelijk aan de ISD-bezwaarschriftencommissie wordt gevraagd wanneer nu dan eindelijk beide bezwaarschriften zullen worden behandeld, volgt merkwaardig genoeg na zeer lande tijd en diverse rappel-brieven een uitnodiging van de bezwaarschriftencommissie van Woensdrecht, waarna daar een komedie wordt opgevoerd die achteraf al blijkt te zijn doorgenomen met de rechtbank Zeeland West-Brabant. ‘Stukken die niet bestaan kunnen niet worden verstrekt’. Volgens deze neppe, want geheel niet bevoegde kliek meesterlijke bedriegers zou de klacht over dat vermeende niet verstrekken (lees verduisteren en jatten door de aanwezige Klaas Petersen) terecht door secretaris mw. mr. Rovers van der Bom als bezwaarschrift zijn aangemerkt. Voorts ‘nu de eerder brief van ISD-directeur Ansems, waarmee hij de reeds verbeurde dwangsommen na aanzegging heeft toegekend, moet deze brief worden aangemerkt als beslissing op bezwaar, hetgeen betekent dat de herhaalde aanzegging dwangsommen niet door de secretaris moest worden aangemerkt als bezwaarschrift maar als beroepschrift. Maakte de ISD wat betreft de eigen inwoners net als nu Stroomopwaarts misbruik van de mogelijkheid van het telefonisch benaderen van klagers om deze daarna op schrift valselijk aan te merken als would-bezwaarden, ging dit bij een inwoonster van Woensdrecht bij de ISD te Bergen op Zoom alleen op bij eigen ingezetenen. Met constructies als SOW is duidelijk geprobeerd dit ‘probleem’ op te lossen.

    De volstrekt onbevoegde club meesterlijke bedriegers adviseert daarop het college van Woensdrecht de feitelijke aanzegging dwangsommen van civielrechtelijke aard, als pseudo-beroepschrift aan de al ingeseinde rechtbank te Breda door te zenden, uiteraard ontvangt het slachtoffer van dit advies geen afschrift maar valt er enige tijd daarna een brief van de rechtbank Breda in de bus dat zij griffierechten moet voldoen nu zij beroep heeft (lees zou hebben) ingesteld. De zo tot appellante ‘aangemerkte’ burger, die verbeurde dwangsommen bij rappelbrief in civilibus en door een werknemer van Bergen op Zoom gejatte stukken die ook reeds HAAR eigendom waren zou opeisen, komt zo middels list en bedrog dus bij de bestuursrechter terecht in plaats van bij de burgerlijke rechter.

    Dan ontstaat een spel van trekken en duwen met de rechtbank Breda die weigert de daar ingekomen en voor klaagster achtergehouden stukken in afschrift te verstrekken, wetende dat sprake is van evidente misdrijven in vereniging gepleegd. De rechtbank stelt dat ‘appellante’ eerst griffierechten dient te betalen alvorens de daar opgevraagde stukken zullen worden verstrekt, hetgeen uiteraard wordt geweigerd.
    Op enig moment bezoekt ‘appellante’ met haar vertrouwenspersoon de rechtbank te Breda waar zij aan de balie eerst een akte voor inkomst laat stempelen en zich daarna meldt om persoonlijk de stukken op te die de rechtbank haar als partij meent te moeten onthouden. ‘Hij van boven’ laat de ingekomen akte door een bediende beneden ophalen, en de balie medewerksters vertellen dat deze hij een zeer ervaren senior griffiemedewerker is die de vrouw en haar vertrouwenspersoon persoonlijk wenst te spreken als hij de stukken persoonlijk komt brengen. Beide bezoekers krijgen daarop koffie aangeboden.

    Als de vertrouwenspersoon onder het genot van de tweede kop koffie duidelijk last heeft van binnenpret vraagt het slachtoffer waarom hij zit te lachen, waarop hij zegt ‘Als ik die vent zou zijn ging ik na het lezen van de akte het katje echt niet vangen en verdween ik stiekem via de achter ingang’. Als na een uur ‘Hij van boven’ er nog niet is belt de baliemedewerkers naar boven, om daar van een collega te horen dat ‘hij’ ineens was verdwenen om zo en zo laat en zij dacht met de stukken naar beneden zou gaan. Op verzoek stempelt en ondertekent de hevig verontwaardigde baliemedewerkster de reeds voor inkomst gestempelde en getekende akte nog tweemaal; voor het tijdstip dat ‘Hij van boven’ inderdaad via de achterdeur de plaats delict had verlaten, en nog eens voor het tijdstip van ontdekking.

    Als enige tijd daarna zonder betaling van griffierechten de rechtbank de stukken opstuurt, zit daarbij een duidelijk nagekomen stuk bij van de hand van de gemeentesecretaris van Bergen op Zoom waarin zij volstrekt in strijd met de waarheid schrift dat ‘De gemeente Bergen op Zoom in casu redenen zag om tijdelijk het mandaat te weigeren’, daargelaten dat hiervan geen enkel bewijs was, was ook toen al geen sprake van mandaatverlening van het ene aan het andere bestuursorgaan zoals nadien om kennelijk moverende redenen opgenomen in art. 7 lid 4 Participatiewet.
    Als de rechtbank hierna het vuur na aan de schenen wordt gelegd en behalve over de twee betrokken voorzitters rechters ook de president een klacht bij de PG van de Hoge Raad in het vooruitzicht wordt gesteld, ziet weer een andere collega-rechter zich geroepen zonder beroep of griffierecht een uitspraak te doen om op deze wijze bij uitspraak de criminele verrichtingen van de collega’s af te dekken.

    Om deze uitspraak van de rechtbank Breda op grond van het evidente bedrog van de rechtspersonen Bergen op Zoom en Woensdrecht, de uitsluitend bevoegde ISD bezwaarschriftencommissie en de duidelijk neppe- ‘algemene bezwaarschriftencommissie’ kloppend te doen lijken kwalificeert de ‘bestuurde dan wel besturende rechter’ de gemeente Bergen op Zoom bij uitspraak als mandaatgever en de gemeente Woensdrecht als mandaatnemer, gebaseerd dus op de door de gemeentesecretaris van Bergen op Zoom op kennelijk verzoek van de rechtbank opgemaakte valselijk opgemaakte verklaring van de gemeentesecretaris van Bergen op Zoom. De vertrouwenspersoon van het slachtoffer van ook deze meesterlijke pre-participatie stelt vast dat geen sprake is van een ‘kennelijke misslag’ maar van kennelijk opzet: ‘dat houden we er in’.

    Opvallende gelijken met bovenstaande pre-participatiezwendel is dat nu ook Stroomopwaarts van een ‘eigen’ bezwaarschriftencommissie is voorzien, gebaseerd dus op het rechtens volkomen onjuiste standpunt dat deze commissie eveneens onder het gepretendeerde mandaat van Woensdrecht ‘aan het bestuursorgaan Bergen op Zoom’. In navolging van dergelijk, kennelijk gedoogde participatiezwendel, zou kort geleden de burgemeester van Vlaardingen bij ook anderszins objectief valse akte voorwenden dat het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen bij het besluit als onder deze link beschreven: https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Schiedam/356349/356349_1.html ‘het bestuursorgaan Stroomopwaarts MVS’ de uitvoering van de Participatiewet zouden hebben opgedragen, waarbij opgedragen staat voor mandaatverlening die, als eerder gesteld in de voorprocedure tegen de rechtbank Breda en nadien de Centrale Raad van Beroep die zich te dezen aantoonbaar tot partij hebben gesteld, ingevolge de Algemene wet bestuursrecht waarin mandaat is geregeld, is uitgesloten.

    Mandaat kan niet worden opgedragen aan een ander bestuursorgaan maar uitsluitend worden opgedragen aan een individuele ambtenaar, al dan niet in dienst van een ander bestuursorgaan dat daarvoor als werkgever toestemming aan haar werkgever moet geven. In strafrechtelijk opzicht anticipeert de wetgever met het would-be ‘mandaat’ als aangehaald in art. 7 lid 4 Participatiewet dus weloverwogen vooruit op de evidente Participatiezwendel, daartoe ingeleid met het verder volstrekt overbodige en misplaatste artikel 79 Pw, voorheen art. 79 WWB en participatie in de nationale Participatiezwendel van bestuursrechters en Centrale Raad van Beroep…

    Wordt vervolgd…

  3. Tjemig, wat een lerp tekst, kan het niet wat korter en bondiger.

    Dit gaan weinig mensen, helemaal zitten lezen, vermoed ik zo maar. Ik sla deze ook maar over.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *