WaterwegActueel
Editie Vlaardingen / Maassluis / Schiedam / Hoek van Holland

9 JAAR CEL VOOR DOODSLAG IN VLAARDINGEN-CENTRUM

VLAARDINGEN- De rechtbank heeft Romans R. (33) uit Letland veroordeeld tot 9 jaar gevangenisstraf voor de doodslag op Z. Skopenko op het Schoutplein in Vlaardingen-Centrum. De verdachte, geboren in Jurmala, Letland, heeft het slachtoffer met een vlindermes in de hals gestoken, wat uiteindelijk leidde tot de dood van Skopenko in het ziekenhuis op 6 juni 2024. De rechtbank oordeelt dat R. zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag, hoewel het bewijs onvoldoende steun biedt voor een opzettelijke doodslag.

Op 1 juni 2024 stak R., na een woordenwisseling, het slachtoffer in de hals met kracht, met een vlindermes. Het slachtoffer raakte ernstig gewond en overleed vijf dagen later. Er waren getuigen die het incident op het Schoutplein hebben gezien, en het slachtoffer heeft nog geprobeerd hulp te zoeken in de nabijgelegen supermarkt van Albert Heijn op het Veerplein. R. heeft het feit bij de politie en tijdens de rechtszaak bekend, maar verklaarde dat het nooit zijn bedoeling was om het slachtoffer te doden. De rechtbank concludeert dat R. wel degelijk voorwaardelijk opzet had; door het vlindermes in de hals van het slachtoffer te steken, heeft R. een aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer aanvaard.

De officier van justitie had in haar eis gesteld dat R. volledig verantwoordelijk moest worden gehouden voor de doodslag, en dat de feiten zouden moeten leiden tot een zware straf. Zij stelde dat het feit de zwaarste vorm van doodslag betrof en eiste een gevangenisstraf van 12 jaar. De rechtbank volgt echter niet volledig de eis van de officier van justitie en legt een straf van 9 jaar op, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de psychische problematiek die bij hem speelt.

De verdachte heeft verklaard dat hij onder invloed van alcohol het conflict met het slachtoffer liet escaleren. Uit het psychologisch rapport blijkt dat R. lijdt aan psychotische kwetsbaarheid en dat alcoholmisbruik een structureel probleem is. Hoewel R. in Letland de diagnose paranoïde schizofrenie zou hebben gekregen, kan deze diagnose op basis van het onderzoek niet worden bevestigd. De rechtbank heeft in haar overwegingen een zekere mate van psychische problematiek bij R. erkend, maar het is onduidelijk of dit zijn keuzes ten tijde van het incident beïnvloedde. Desondanks wordt zijn psychische toestand in matigende zin meegenomen bij de strafmaat.

De rechtbank stelt dat het feit zwaarwegend is, gezien de gevolgen van het geweld voor het slachtoffer en de impact op diens familie. Het slachtoffer, dat naar Nederland kwam voor een betere toekomst, heeft het meest fundamentele recht – het recht op leven – verloren. De familie van het slachtoffer heeft onherstelbaar verdriet door het verlies van hun geliefde. De rechtbank erkent dit verlies en de pijn die het veroorzaakt, maar stelt dat R. ook verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn daden. De eis van de officier van justitie voor een gevangenisstraf van 12 jaar wordt als te zwaar beoordeeld, en de rechtbank legt een gevangenisstraf van 9 jaar op.

Naast de gevangenisstraf moet R. ook schadevergoeding betalen aan de moeder van het slachtoffer, die zich als benadeelde partij in de zaak heeft gevoegd. De rechtbank heeft bepaald dat de verdachte een bedrag van 23.841,93 euro moet vergoeden, bestaande uit materiële schade (uitvaartkosten, kosten voor een grafsteen en reiskosten) en immateriële schade (affectieschade). De vordering voor shockschade wordt echter afgewezen, omdat de rechtbank onvoldoende bewijs heeft voor geestelijk letsel bij de moeder van het slachtoffer. Verder wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in het deel van de vordering dat betrekking heeft op nader te onderbouwen schade.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *