ROTTERDAM- De douane heeft in de eerste week van januari acht partijen cocaïne onderschept in de Rotterdamse haven. In totaal gaat het om 466 kilo cocaïne en een onbekende hoeveelheid opgelost in melasse, met een geschatte groothandelswaarde van 11,5 miljoen euro.
Op 2 januari werd de eerste partij ontdekt in een container met bananen uit Costa Rica. In het koelgedeelte werden 50 pakketten met cocaïne aangetroffen. De container belandde later op een opslagterrein, waar een 20-jarige Amsterdammer werd aangehouden toen hij de container probeerde te openen.
Diezelfde dag trof de douane vloeibare cocaïne aan in een lading melasse uit de Dominicaanse Republiek, oorspronkelijk bestemd voor Spanje maar later doorgeleid naar een bedrijf in Rotterdam. Het ging om 550 kilo vloeistof met daarin een onbekende hoeveelheid cocaïne.
Ook in een container uit Suriname werden die nacht 84 kilo cocaïne aangetroffen tussen huisraad en voedsel. Twee verdachten uit Boxtel, van 24 en 25 jaar oud, werden aangehouden toen zij probeerden drugs uit een koelcontainer te halen.
Een anonieme tip op 3 januari leidde tot de vondst van 47 pakketten cocaïne in een container die al bij een depot stond. Op 4 januari volgde een nieuwe vondst: 41 pakketten cocaïne, opnieuw verstopt in het koelgedeelte van een container.
Op 6 januari werd een schip uit Colombia onderzocht in de Botlek. In het ruim van het schip vond de douane 130 pakketten cocaïne.
Eind december 2024 werden al drugs ontdekt in containers geladen met oud ijzer uit Costa Rica. Tussen het schroot werden 15 ijzeren cilinders aangetroffen, waarin na inspectie 109 pakketten cocaïne bleken te zitten.
De onderschepte drugs zijn inmiddels vernietigd. Het HARC-team, een samenwerking tussen Douane, FIOD, Zeehavenpolitie en het Openbaar Ministerie, onderzoekt de zaak verder. Opvallend is dat vanaf dit jaar de grootshandelswaarde van cocaïne wordt berekend in plaats van de straatwaarde, om een beter beeld te geven van de omvang van deze handel.
