‘PROVINCIE WIL WOB-WARMTENET SCHIEDAM OVER VERKIEZINGEN TILLEN’

SCHIEDAM- De Provincie probeert het Wob-verzoek van de OuderenPartij Schiedam (OPS) – rond de aanleg van het warmtenet in Groenoord – over de verkiezingen heen te tillen. Die indruk heeft althans de OPS, omdat nog altijd niet is voldaan aan het leveren van de gevraagde onderlinge correspondentie tussen twee provinciebestuurders en twee voormalige Schiedamse wethouders (Ooijevaar en Minhas), terwijl het Wob-verzoek al op 10 december bij de Provincie is neergelegd. Maarten Reuderink (OPS): ‘Gezien eerdere aantoonbare koehandel rond dit project, is de OuderenPartij Schiedam van mening dat de (Schiedamse) burger recht heeft op duidelijkheid en inzicht.’

De OPS (Lijst 9) heeft het dichtdraaien van de aardgaskraan in Groenoord tot verkiezingsthema gemaakt. De partij is fel tegenstander van alle plannen. Meer openheid rond de besluitvorming kan de OPS helpen bij die strijd.

Reuderink: ‘De gedeputeerden, de heer Potjer (GroenLinks) en mevrouw Baljeu (VVD) hebben al dan niet op verzoek, maar zeker in overleg met de toenmalige Schiedamse wethouders Ooijevaar (GroenLinks) en Mihnhas (VVD) via de griffie een mail over het project Groenoord van gas los (bestuurlijk ook wel Nieuwe Energie voor Groenoord genoemd) naar de gemeenteraad gestuurd. In die mail pleitten zij voor dit heilloze project.
In november 2020 werd overigens door de Gemeente Schiedam een niet sluitende begroting ingeleverd. Enkele weken daarna pleitten de gedeputeerden, voor Groenoord van gas los met alle risico’s van dien. Alleen gaat de betrokkenheid van de beide gedeputeerden een stuk verder. Via de Elena-gelden werkt er inmiddels, op kosten van de Provincie Zuid-Holland, een mevrouw bij de Gemeente Schiedam aan dit project.’

Volgens de OPS is de Provincie, direct na het indienen van het Wob-verzoek, in de vertraging gegaan. Reuderink: ‘Wij vinden het merkwaardig een kwalijk dat vertegenwoordigers van de Provincie zich enkele dagen na een commissievergadering wel in een discussie in de Schiedamse gemeenteraad kunnen mengen, maar dat er daarna na drie maanden nog geen inzicht kan worden verschaft in de onderlinge correspondentie tussen de heren Potjer, Ooijevaar, Minhas en mevrouw Baljeu.’