SCHIEDAM- De watersnoodramp van 1953 heeft ook Schiedam geraakt, nu precies 70 jaar geleden, waarbij het zuidwesten van Nederland werd getroffen. Als gevolg van de overstromingen in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953, verloren 1.836 mensen hun leven.
Toen, bij de storm van 31 januari 1953, de dijken doorbraken kwamen ook delen van Schiedam blank te staan. Vooral de Gorzen hield het niet droog. Oudere Schiedammers wisten het nog allemaal te vertellen bij de tentoonstelling in het Schreihuisje aan het Hoofdplein, toen daar in 2014 werd stilgestaan bij de ramp.
Wanneer na een zware noordwesterstorm de dijken bij Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant doorbreken komen meer dan 1800 mensen om het leven.
Zaterdagmiddag, 31 januari 1953 steekt de stevige wind op. Omdat de storm langzaam uitgroeit tot een noordwesterstorm van windkracht tien (orkaankracht) raken steeds meer schepen op de Noordzee in nood. De verwachte eb blijft uit, het water staat even hoog als bij vloed. En dat terwijl niet alleen de vloed nog moet komen, het is ook springtij, waardoor het water tijdens de vloed nog hoger zal komen te staan. Het springtij wordt verwacht om vier uur ‘s nachts.
Het gaat overigens om een zogenaamde ‘lage springtij’ en daarbij mag men eigenlijk nog van geluk spreken. Twee weken later zou sprake zijn geweest van hoge springvloed en zou het water nog 40 centimeter hoger zijn gekomen.