ROTTERDAM– Middelbare scholieren uit Rotterdamse gezinnen met een laag inkomen kunnen geen financiële ondersteuning krijgen voor buitenlandse schoolreizen via Stichting Meedoen in Rotterdam. Dit blijkt uit de antwoorden van het stadsbestuur op vragen van de Partij voor de Dieren over de bekostiging van schoolexcursies.
Het stadsbestuur erkent dat er onjuiste informatie op de website van de kinderombudsman stond over de mogelijkheden van financiële ondersteuning. Deze informatie is inmiddels aangepast en afgestemd met andere gemeentelijke bronnen, zoals rotterdam.nl/geldzorgen. Ouders worden via scholen en gemeentelijke websites geïnformeerd over beschikbare regelingen.
Hoewel buitenlandse reizen, zoals naar Berlijn of Parijs, een gebruikelijke activiteit zijn op veel middelbare scholen, vallen deze niet onder de financiële steun die Stichting Meedoen in Rotterdam biedt. De stichting ondersteunt kinderen tussen 4 en 18 jaar van ouders met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum, maar richt zich uitsluitend op andere activiteiten, zoals sport en cultuur.
Sinds 2021 mogen scholen leerlingen niet uitsluiten van activiteiten die via de vrijwillige ouderbijdrage worden bekostigd. Toch is de vrijwillige bijdrage vaak noodzakelijk om buitenlandse werkweken mogelijk te maken. Als ouders niet kunnen bijdragen, moeten scholen activiteiten aanpassen of zelfs annuleren. Overleg met de medezeggenschapsraad is in zulke gevallen verplicht.
Als je pappa en mamma wordt weet je dat dat een dure grap is. Mensen die iets beter hun best hebben gedaan op school mee laten betalen aan je kinderen is natuurlijk niet fair.