VLAARDINGEN- De rechtbank Rotterdam heeft de 19-jarige Rashid M., in het bezit van een Marokkaans paspoort, maar geboren in Vlaardingen, veroordeeld tot 6 maanden jeugddetentie, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Hij is schuldig bevonden aan het bezit van een omgebouwde revolver van het merk BBM, model Olympic 38, en zes bijbehorende kogelpatronen.
Het vuurwapen is op 30 augustus 2024 aangetroffen in een schoudertasje dat M. bij zich droeg. Dit gebeurde tijdens een verkeerscontrole in de Klerkstraat te Rotterdam, waar M. als bestuurder van een grijze Volkswagen Golf werd staande gehouden. In de auto zaten ook twee andere inzittenden, waaronder één die bekend stond als vuurwapengevaarlijk. M. zelf stond geregistreerd als een ‘High Impact Target’ vanwege eerdere veroordelingen voor soortgelijke delicten.
Tijdens de controle vonden agenten het gedrag van M. verdacht. Hoewel er geen concrete verdenking was op dat moment, besloten zij de auto te doorzoeken. In het schoudertasje dat M. bij zich droeg, is het geladen vuurwapen gevonden. Ondanks een vormfout bij de doorzoeking – het ontbreken van een voldoende concrete aanleiding – oordeelt de rechtbank dat dit geen aanleiding geeft om het bewijs uit te sluiten.
De officier van justitie eiste een straf van 12 maanden jeugddetentie, waarvan 6 maanden voorwaardelijk en de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf van 104 dagen. De rechtbank vindt deze eis te hoog en legt een lichtere straf op, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van M.
De rechtbank oordeelt dat het ongecontroleerd dragen van een vuurwapen een groot risico vormt voor de maatschappij. Volgens de rechter veroorzaakt de aanwezigheid van vuurwapens sterke gevoelens van onveiligheid en worden ze vaak gebruikt bij ernstige misdrijven. Hoewel M. verklaarde dat hij het wapen alleen in bewaring had voor een kennis, vindt de rechtbank dit geen verzachtende omstandigheid.
Uit rapportages van Jeugdbescherming & Reclassering blijkt dat M. zich in een kwetsbare positie bevindt. Hij heeft geen vaste dagbesteding en verkeert in een negatief sociaal netwerk. De rechtbank besloot daarom het adolescentenstrafrecht toe te passen, ondanks zijn meerderjarigheid.
Als bijzondere voorwaarden heeft M. een meldplicht bij de reclassering, moet hij meewerken aan ambulante behandeling en mag hij geen contact opnemen met de medeverdachten. Ook wordt elektronische monitoring toegepast, en M. moet een vaste dagbesteding vinden en behouden.
Tenslotte stelt de rechter dat het voorwaardelijke deel van de straf bedoeld is om M. af te schrikken van herhaling. Daarnaast worden de eerder opgelegde 104 dagen jeugddetentie gedeeltelijk uitgevoerd, namelijk 52 dagen.
