ROTTERDAM- Met een investering van 40 miljoen euro wil Rotterdam het onderwijs in de stad naar een hoger niveau tillen. Dit bedrag gaat naar vier speerpunten die het onderwijs moeten verbeteren: meer investeren in het jonge kind, goede onderwijskwaliteit, betere aansluiting tussen onderwijs, preventie en jeugdhulp en een bestendige aanpak van het aanhoudende personeelskort. Dit is een extra investering bovenop de structurele investering van 216 miljoen euro die het stadsbestuur elk jaar uitgeeft aan het Rotterdamse onderwijs.
Veel leerlingen en studenten hebben moeite met taal, lezen en rekenen. Dit zijn basisvaardigheden die essentieel zijn voor hun verdere ontwikkeling en kansen. Daarom stelt de gemeente een kwaliteitsbudget van ruim 16 miljoen euro beschikbaar voor het primair en voortgezet onderwijs. Scholen kunnen zelf bepalen hoe ze dit geld besteden aan interventies die gericht zijn op het verbeteren van de taalvaardigheid, het leesniveau en de rekenvaardigheid van hun leerlingen.
Een ander speerpunt is het meer investeren in het jonge kind. Daarom wil Rotterdam meer gratis uren voor peuter- en kleutergroepen voor (allochtone)kinderen met een achterstand. Nu doet bijna 30% van deze peuters niet mee aan voorschoolse educatie (ve). Dat zijn ruim 1.200 peuters. Door meer gratis uren aan te bieden, wil de gemeente deze peuters bereiken.
Ondertussen is het lerarentekort nog steeds een groot probleem in het onderwijs en de kinderopvang, constateert het Rotterdamse stadsbestuur. Het tekort heeft een negatieve invloed op de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs. Daarom geeft de gemeente jaarlijks 1 miljoen euro extra uit voor een vervolgaanpak van het tekort. In totaal 8,6 miljoen euro per jaar.
Het pakket van maatregelen bevat onder meer de inzet op zij-instroom, waarbij mensen uit andere sectoren worden opgeleid tot leraar. Ook krijgen docenten en leerlingen aan de lerarenopleiding en pabo voorrang op woonruimte en parkeervergunningen in de stad. Verder wordt de Rotterdamse lerarenbeurs uitgebreid, waarmee docenten zich verder kunnen professionaliseren. Tot slot krijgt de Rotterdamse kinderopvang een gratis Rotterdampas, waarmee ze gebruik kunnen maken van allerlei culturele en recreatieve activiteiten in de stad.
Scholen moeten zich kunnen richten op hun kerntaak: goed onderwijs geven. De gemeente gaat daarbij meer ondersteunen. Met extra inzet op activiteiten, projecten en professionals die ondersteunend zijn aan de kerntaken van het onderwijs.
Jaarlijks wordt er structureel 5,8 miljoen euro gereserveerd voor het versterken van deze zogenoemde ‘Schil om de School’. Dit is een netwerk van partners die scholen kunnen helpen bij hun onderwijsdoelen. Denk aan de inzet van mentoren, die leerlingen kunnen begeleiden bij hun schoolloopbaan. Of kunstvakdocenten, die leerlingen kunnen laten kennismaken met verschillende vormen van kunst en cultuur. Ook wordt het convenant Veilige Scholen uitgerold, waarmee scholen afspraken maken over veiligheid en respect op school. Verder wordt het aantal schoolzorgteams uitgebreid van ca. 80 naar 125 scholen. Deze teams bestaan uit professionals die extra zorg en ondersteuning kunnen bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Tot slot wordt er aanvullend preventief jongerenwerk ingezet op 20 scholen, om te voorkomen dat leerlingen in de problemen komen.
Sommige kinderen hebben extra ondersteuning nodig. Voor deze groep investeert Rotterdam in een betere aansluiting tussen onderwijs, preventie en jeugdhulp. Kinderen die naar het gespecialiseerd onderwijs moeten, moeten daar sneller terecht kunnen. Ook wil Rotterdam minder thuiszitters en voortijdige schoolverlaters. Dit zijn leerlingen die geen onderwijs volgen of verlaten zonder diploma. De inzet is: meer maatwerk, het stimuleren van inclusiever onderwijs en onderwijs op maat. Dit betekent dat er meer rekening wordt gehouden met de individuele behoeften en mogelijkheden van elke leerling. Zo wil Rotterdam ervoor zorgen dat elk kind het beste uit zichzelf kan halen.
Wat verwacht je van kinderen waarvan de ouders geen woord Nederlands spreken. Die lui hebben winkels, restaurants, autodealers, sportclubs, scholen, verpleegafdelingen, politie en niet te vergeten Moskeeën. Hier wordt in eigen taal gesproken en dat is geen Nederlands.
@ Jaap , Het is onderhand een feit dat de Nederlanders onder de voet worden gelopen door een zooitje kromzwaardacrobaten die hier profiteren van onze voorzieningen en ook nog eens gefinancierd worden door de lange armen uit de Allahlanden ………………………….Het Nederlandje van melk en honing is ten dode opgeschreven door een stelletje kortzichtige regeringen van toen en nu ………………….