ROTTERDAM– Het hervatten van de handhaving van de opkoopbescherming in Rotterdam kost naar verwachting zo’n 244.000 euro per jaar. Deze kosten zijn noodzakelijk om het toezicht en de juridische handhaving in de 16 wijken waar de opkoopbescherming van kracht is, weer op te starten. Dit bedrag dekt de inzet van administratief medewerkers, inspecteurs en juridisch personeel die de naleving van de regels moeten controleren.
De opkoopbescherming, die sinds 1 januari 2022 van kracht is, heeft als doel te voorkomen dat woningen in aangewezen wijken worden opgekocht door vastgoedbeleggers, zodat deze beschikbaar blijven voor starters en middeninkomens. Het toezicht werd echter stopgezet vanwege financiële ombuigingen binnen het programma Bestaande Stad, waardoor er geen geld meer beschikbaar was voor controle en handhaving.
In juli 2024 nam de gemeenteraad de motie ‘Opkoopbescherming borgen’ aan, waarin het college van burgemeester en wethouders is verzocht om voor 2025 en 2026 een voorstel voor de hervatting van de handhaving voor te leggen. Dit voorstel zal onderdeel zijn van de begrotingsbehandeling voor 2025. De gemeenteraad moet in dat jaar ook besluiten of de opkoopbescherming voor een extra periode van vier jaar wordt voortgezet, aangezien de maximale duur van de regeling volgens de verordening vier jaar is.
Om de opkoopbescherming in 2025 en 2026 efficiënt te kunnen handhaven, wordt de inzet van medewerkers geïntegreerd met andere gemeentelijke toezichtstaken, zoals de Wet goed verhuurderschap en vanaf 2025 de Wet betaalbare huur. Dit zorgt ervoor dat de benodigde capaciteit kan wordt ingezet, zonder dat extra personeel nodig is voor de opkoopbescherming alleen.
De handhaving bestaat uit drie fasen: data-analyse, toezicht ter plaatse door inspecteurs, en juridische afhandeling van overtredingen. Het aantal zaken waarvoor een inspectie nodig is, wordt jaarlijks ingeschat op 80 woningen in de 16 wijken. Hoewel de vergunningverlening voor de opkoopbescherming wel wordt voortgezet en gefinancierd via leges, wordt de daadwerkelijke controle alleen hervat indien de gemeenteraad het voorstel voor de handhaving goedkeurt.
Het is nog onzeker of de opkoopbescherming na 2026 door zal blijven bestaan. In dat jaar zal het Rijk de regeling evalueren, waarna wordt besloten of deze landelijk wordt voortgezet. Als het Rijk besluit om de regeling per 2027 stop te zetten, zal Rotterdam de opkoopbescherming eveneens moeten beëindigen, tenzij de gemeenteraad anders beslist.