ROTTERDAM- Uit recent gemeentelijk onderzoek blijkt dat de meeste leegstaande woningen in Rotterdam zich bevinden in de particuliere huursector. Tussen 2018 en 2024 stonden jaarlijks gemiddeld 17.430 woningen leeg, waarvan 9.580 woningen particulier verhuurd worden. Dit betekent dat 13,4% van de particuliere huurwoningen leegstaat. Bij kleinere verhuurders met 1 tot 9 woningen is het leegstandspercentage het hoogst, namelijk 19,2%.
Woningcorporaties hadden in dezelfde periode gemiddeld 6.200 leegstaande woningen, wat neerkomt op 4,4% leegstand. Bij eigenaar-bewoners stond slechts 0,2% van de woningen leeg, oftewel 180 woningen. Daarnaast was er sprake van 1.470 woningen waarvan het eigendom onbekend is, onder meer door nieuwbouw die nog niet door bewoners wordt betrokken.
Het administratieve leegstandspercentage ligt op 5,5%, terwijl het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldt dat de werkelijke leegstand rond 3% ligt. Het CBS kan nauwkeuriger vaststellen of er daadwerkelijk sprake is van leegstand, bijvoorbeeld door energieverbruik te meten. Wanneer er sprake is van substantieel energieverbruik, is er in werkelijkheid geen sprake van leegstand. Dit verklaart waarom mensen die slechts kort verblijven op een adres zich soms niet hoeven te registreren bij de gemeente.
De leegstand in Rotterdam heeft verschillende oorzaken, zoals frictieleegstand – de noodzakelijke tijd tussen verhuizing, verkoop of renovatie – en de tijdrovende afhandeling van erfenissen. Daarnaast spelen ook zaken als speculatie en tweede-woninggebruik, waaronder pied-à-terres. Onderhoudsproblemen, vooral bij kleine, vooroorlogse woningen, dragen ook bij aan het hoge aantal leegstaande woningen.
Wethouder Chantal Zeegers (D66) stelt dat het belangrijk is om leegstand zoveel mogelijk te beperken. De gemeente werkt samen met woningcorporaties om de leegstand te monitoren en te verkorten. Ze onderzoekt welke maatregelen het meest effectief kunnen zijn om leegstand terug te dringen en woningen sneller beschikbaar te maken.
Ervaringen in andere steden, zoals Amsterdam, tonen aan dat het verkorten van de duur van leegstand mogelijk is, maar dat dit niet direct leidt tot een daling van het leegstandspercentage. Bij woningcorporaties voert de gemeente gesprekken om de duur van leegstand beter te monitoren. Vanuit het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) zet de gemeente in op tijdelijke verhuur om de leegstand binnen gemeentelijk woningbezit te verkorten. Bij particuliere verhuurders zijn er wel kansen, maar de diversiteit en technische staat van de woningen maken dit proces complexer.
De gemeente onderzoekt welke middelen effectief zijn om leegstand verder terug te dringen en zal de gemeenteraad hierover op de hoogte houden. De focus ligt op samenwerking met woningcorporaties, maar ook op het betrekken van particuliere verhuurders bij initiatieven. Het einddoel is om de leegstand te verminderen en woningen sneller beschikbaar te maken voor woningzoekenden in Rotterdam.