VLAARDINGEN- De 43-jarige Algerijnse oplichter P.S., die actief was in onder andere Vlaardingen en Schiedam, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden; waarvan de helft voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechter heeft de man uit Den Haag vrijgesproken van de verwoningen die zijn veroorzaakt doordat hij op mensen is ingereden met een auto bij een autodemontagebedrijf op bedrijventerrein de Vergulde Hand in Vlaardingen. Voor het veroorzaakt letsel hoeft slechts een beperkte schadevergoeding te worden betaald. De rechter vindt niet dat alleen S. schuldig is aan de verwondingen.
Op 21 juli wordt in Vlaardingen bij de Turk M. Y. weliswaar zwaar lichamelijk letsel toegebracht door S., maar daaraan zou Y. mede schuldig zijn, vindt de rechter. S. heeft bovendien verklaard dat hij geen opzet had op het meesleuren van Y. of om iemand te raken, maar alleen wilde wegrijden van de plek waar hij was klemgereden en geduwd. Dat er mensen gewond zijn geraakt, is veroorzaakt doordat hij tijdens het wegrijden werd gehinderd door Y. De rechter gaat mee in dat verweer.
Bij het Vlaardingse autodemontagebedrijf stonden een Audi en een Honda geparkeerd op een autoambulance en waren met behulp van spanbanden vastgemaakt. S. heeft de beide auto’s van de autoambulance gehaald en weggesleept. Uit dit samenstel van handelingen volgt dat er sprake is van wederrechtelijke toe-eigening van beide auto’s, vindt de officier van justitie. De verklaring van S. dat hij door een bekende van hem is gevraagd om de auto’s op te halen zou zijn handelen rechtvaardigen. Bewijs voor dat verweer ontbreekt.
S. is door Y. en zijn twee vrienden achtervolgd en klemgereden. De drie hebben S. aangesproken op de mogelijk diefstal van de twee auto’s, waarbij S. werd geduwd. Nadat S. in zijn auto gestapt was om te vertrekken heeft Y. nog meermalen geprobeerd het portier van de auto open te maken. Toen dit niet lukte heeft hij door het open raam geprobeerd de sleutel uit het contact te halen. Dit deed hij op het moment dat S. aan het wegrijden was. Y. heeft zich aan het raam vastgeklemd en is enkele meters meegesleurd, waarna hij op de grond gevallen is. Bij het wegrijden zijn ook de vrienden van Y., en de dochter van S., geraakt.
De rechtbank stelt vast dat er na het achtervolgen en klemrijden van S. door Y. en zijn vrienden sprake was van een chaotische situatie. S. heeft geprobeerd om tussen twee auto’s door weg te rijden. Het ongeluk is ontstaan doordat S. juist bij dat wegrijden is gehinderd door Y., meent de rechter. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat S. opzettelijk heeft gehandeld. De eis voor een schadevergoeding door Y. is grotendeels afgewezen. De rechter wijst alleen de vordering toe van 390 euro. Er was ruim 5.000 euro geëist.
De uiteindelijke veroordeling van S. heeft uitsluitend betrekking op zijn oplichterspraktijk. Voor de rechter is bewezen dat S. zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting door het retour brengen van niet betaalde koffiezetapparaten en keukenmachines bij diverse filialen van supermarkt Lidl. Dit was mogelijk door een aangepaste mail en een vervalste bon te tonen waarop stond vermeld dat de producten waren betaald. Ook heeft S. op 1 augustus vorig jaar in Schiedam een inwoner 100 euro afhandig gemaakt. Tegen een automobilist zegt S. die dag: ‘Je verliest wat. Je moet de motorkap even openen.’ Vervolgens, nadat het slachtoffer de motorkap heeft geopend, wordt zijn mededader de opdracht gegeven om het relais te verwijderen en weer terug te plaatsen, terwijl het slachtoffer te horen krijgt: ‘Ik kan het voor u maken, in de zaak zou het 200 euro kosten, maar ik kan het voor 100 euro maken.’ Terwijl er niets mis is met de auto en er niets wordt gerepareerd.
Als zo’n kereltje een politieagentje raakt tijdens het wegrijden bij een aanhouding wordt hem dat zeer zwaar aangerekend. Hier wordt dus met twee maten gemeten en ontneemt de rechter de burger het initiatief om een misdrijf te verijdelen. Onder welke steen leven dit soort rechters?